Namakwaland -2012

 

Een avontuurlijke reis door Namakwaland, Zuid Namibie en de kalaharie woestijn.

 

Dag -2 Transfer Kaapstad – Kamieskroon 470 km

Tot onze grote verbazing stond Monique ons niet op te wachten op de luchthaven in Kaapstad, zelfs als je in de buurt woont, kun je verdwalen. We hoeven niet ver naar het hotel, dat is aan de overkant van het vliegveld. Na het welkom en een drankje gaan we slapen, er wacht ons morgen een lange transfer van circa 500km naar Kamieskroon in de Noord Kaap provincie. Na het ontbijt verlaten we de drukte van de stad en rijden richting Namakwaland, het bloemenparadijs van Zuid-Afrika. Het nieuwe avontuur begint. De reis naar Kamieskroon is lang maar wel afwisselend. De weg voert door de glooiende graanvelden van Swartland, langs de groene vallei van de Olifantsrivier met zijn wereldberoemde citrusfruit en rooibosthee richting Namakwaland, waar we de volgende dagen gaat fietsen tussen de madeliefjes. Eén van de grootste bloemenshows op aarde. Onderweg zien we het landschap steeds veranderen van groen naar dor en uiteindelijk de kleurige bloementapijten. Voor enkele deelnemers is het een slaapverwekkend ritje, ik vermaak me prima door te genieten van de kleurrijke bloementapijtjes waar we langst rijden. Ik verheug me nu al om daar op de fiets tussen te zitten. We overnachten in een hotel in Kamieskroon, omringd door de granieten Kamiesbergen.

 

 

Dag 3 Kamieskroon – Koingnaas 87km

 We verlaten het hotel en fietsen meteen midden in de natuur. Kamieskroon en omgeving staat bekend om z’n variëteit en rijkdom aan wilde bloemen die hier in het voorjaar bloeien. Op deze eerste fietsdag fietsen we richting de kust tussen bergen bedekt met alle kleuren van de regenboog, alsof je in een grensloze bloementuin terecht bent gekomen. Ik zou op elke meter een foto willen maken maar dat laat de tijd niet toe. De route brengt ons naar het Namakwa National Park, een gebied van 141000 ha en dat speciaal is opgericht voor het behoud van de rijke diversiteit van vetplanten. Winterse neerslag heeft ervoor gezorgd dat ook Namakwa Nationaalpark dit jaar een prachtig bloemseizoen kent. Kamieskroon is een kleurenparadijs geworden. Rotspartijen steken boven kleurrijke bloemenvelden omhoog en geven de bloemen zo nog meer kleur. We staan verbaasd van de bloemenpracht, het  is een sprookjesachtig landschap. Op de fiets gaat het over grondpad, krijgen veel los zand onder de wielen, op wasbord worden we door elkaar geschud, hier en daar een flinke klim gevolgd door steile afdalingen. Hier moet ik even aan wennen. Gelukkig kom ik er goed doorheen. In plaats van gemsbok en stokstaartjes worden we geplaagd door hordes steekvliegen die allemaal tegelijk hun best doen ons een aderlating te bezorgen wat ze soms ook nog lukt. Eenmaal door het park belanden we in Soebatsfontein, een schilderachtig dorpje waar voornamelijk de Namas leven (de grootste groep van de Khoikhoi bevolking). Vanaf dit dorp voert de route langs glooiende heuvels richting de “Diamond Coast” en Koingnaas. Deze kust is vrijwel onbekend bij het grote publiek, omdat het binnen het gebied van de diamantmijnen ligt en er slechts beperkt toegang voor personen is. Het zgn. "spergebied". Om die reden moeten we ons paspoort bij de hand hebben, want bij Koingnaas moeten we ons legitimeren bij het controlepunt. Vanaf hier zoeven we 11 km. met de wind in de rug over asfalt. We verstoren de rust van twee springbokjes zij gaan er met grote sprongen vandoor. We overnachten in Noup in voormalige primitieve diamantduikers huisjes aan het strand, het is alsof we in de Efteling zijn beland. De huisjes hebben allen een eigen naam wij logeren in de Piraat. Van 8 tot 10 uur s’avonds is er elektriciteit. In een soort kantine wordt er door Monique gekookt en zitten we gezellig bij elkaar. Buiten waait een stormachtige wind, woeste golven beuken tegen de kust en er verschijnt een prachtige sterrenhemel. Als ik omhoog kijk zie ik duizenden fonkelende diamanten in de lucht, mooier dan de diamanten die hier worden gewonnen. Ons huisje is niet helemaal winddicht, s’nachts voel je af en toe de wind door de haren.

Dag 4, Koingnaas – Kleinsee 51 km, Houthoop

Vanmorgen eerst gekeken wat er allemaal rondom huis staat. Het is erg miezerig vanmorgen en het ziet er naar uit dat het zo blijft. De route van vandaag gaat bijna helemaal over een licht glooiende asfalt weg, ik ben geneigd om te zeggen hoera, gelukkig geen grondpad met dit weer. Het weer vandaag is het tegenovergestelde van gisteren: nat,  koud, en veel wind dus niet aangenaam. Als we vertrekken ontfermen twee mannen zich over de sleutel van het hek, afgesproken is om de sleutel onder een steen te stoppen zodat Monique ook door het hek kan. Die twee mannen rijden prompt de verkeerde kant op. Na overleg wat te doen rijden we door richting het hek, tot onze verbazing ligt er nog een sleutel onder een steen, we zijn gered.  We fietsen langs oude diamantmijnen aan de ene kant en aan de andere kant een natuurgebied. Hier is de mogelijkheid om gemsbok, springbok of struisvogels te zien maar met dit weer hebben de dieren er geen zin in en eerlijk gezegd zakt de zin samen met het regenwater bij mij ook in de schoenen. Het is zwaar tegen de wind in beuken met koude regenvlagen in het gezicht en een eindeloze vlakte die met een zonnetje waarschijnlijk best wel mooi is maar nu even niet, de lol is er snel af. Het gebied is heel rijk aan alluviale (aangeslibde) diamanten die langs de kust afgezet zijn en van de Oranje rivier afkomstig zijn. Vlak voor Kleinzee begint het iets op te klaren. We zouden kamperen maar vanwege de regen krijgen we een huisje op een rustieke boerderij, het is net een paardenbox, klein met links en rechts een bed en een smal paadje in het midden, douche en wc buiten. Gelukkig geen tent op een nat weitje. Het is nog vroeg dus is er ruimschoots tijd om hier de omgeving te verkennen, een prachtig gebied met veel verschillende vetplanten. Heerlijk om hier rond te kijken, vergeten is de regen. Rond de boerderij staan overal huisjes met spreuken erop, sommige zijn heel grappig. Hier wordt voor ons gekookt vanavond, we krijgen heerlijke stoofpotten oftewel: potjiekos. ttp://www.houthoop.info/gallery.html

Dag 5, Kleinzee – Port Nolloth78km

Het is heerlijk dat vandaag het zonnetje weer schijnt, en ik hoop dat het zo blijft de komende dagen, het is in de morgen nog wel wat fris het is lente in Afrika. Bij een vroege inspectie van de fiets ontdek ik dat het draadje van mijn stuurtas op knappen staat, voor de zekerheid zet ik de tas vast met de riem zodat mijn tas niet op de grond gaat als de draad het begeeft. Mijn camera zit erin en die wil ik graag heel houden. We fietsen nog een dag langs de kust naar Port Nolloth. Het eerste deel van de fietsroute naar Kleinzee gaat over een asfaltweg daarna is de weg onverhard. Al snel zien we springbokken, hoera, eindelijk wild.  Wederom gaat de route door het gesloten diamantgebied en moeten we het paspoort bij de hand hebben, om zowel bij de ingang als de uitgang van het dorp te legitimeren. Kleinzee is nog geheel in het bezit van De Beers Diamond Mines. Je mag er wel gewoon doorheen fietsen en er is een museumpje in het centrum dat voornamelijk over diamantwinning in het gebied gaat. Eenmaal door Kleinzee voert de route over een glooiend grondpad met uitzicht over zee en duinen bedekt met bloemen, nu zien we echt hoe mooi het hier is, een heel verschil met gisteren in de regen. Er zijn hier niet veel wegen maar bij een splitsing gaat het toch fout: wij gaan de verkeerde kant op, het pijnpunt is de sterke klim die erin zit, de slipstream van de fietsers die voor mij rijden is niet voldoende om het tempo bij te houden, hijg,hijg,hijg, en dan moeten we terug… geen fijne afdaling ik houd het maar op een extra training….. kleine onduidelijkheid in de route beschrijving wordt doorgegeven aan Monique. Gelukkig worden we weer snel op het goede spoor gezet. Voordeel is ook dat er geen roetuitbrakend vrachtverkeer langst je heen scheurt. Onderweg doet een schildpad zijn best om naar de overkant te komen, wij denken dat we het dier moeten redden en sturen hem terug naar de kant, waarom weet ik niet want de laatste uren hebben we nog geen auto gezien en als er al een komt dan roepen we dat het druk is. Regelmatig stop ik om bloemen te fotograferen, ik geniet eindeloos ondanks de in slechte staat verkerende weg ik heb alle aandacht nodig om een goed spoor te vinden en op de fiets te blijven. Voor het havenstadje Port Nolloth buigen we af naar het vakantie ressort MacDougallsbaai, hier gaan we voor de eerste keer de tent opzetten op een camping aan zee. Kamperen op het strand betekend dat in mum van tijd de tent vol zand zit. Port Nolloth is in 1854 opgericht als haven en spoorweg knooppunt voor de kopermijnbouw uit het binnenland. Tegenwoordig is het een centrum voor kleinschalige diamantwinning en de kreeften visindustrie.

Dag -6  Porth Nolloth Rustdag

 Als we ontwaken schijnt het zonnetje al op de tent, buiten is het nog wel wat fris. Ik zit nu op een stoeltje op het strand te schrijven, met uitzicht op een baai met uit het water rijzende rotsformaties, schuimende golven die over het strand rollen en op veilige  afstand veel vogels op zoek naar een lekker hapje. Dit is relaxt, het lijkt wel vakantie. Na het ontbijt en een camping wasje stappen we op de fiets en rijden naar Port Nolloth, met een stevige wind in de rug zijn we er zo doorheen, Port Nolloth is een klein stadje druk bezocht door toeristen. In een klein haventje liggen de bootjes waarmee naar diamanten wordt gezocht. Restaurants prijzen op ludieke wijze hun waren aan. Bij een Italiaan hebben we heerlijk geluncht: een heerlijke Antipasti met sla, olijven, feta, kaas, ham, salami, peperoni, augurk en flinterdunne focaccia, moeten we thuis ook maar eens maken. Tegen de wind in beuken we terug naar de camping om vervolgens een strandwandeling te maken. Voor ons uit zitten zwermen vogeltjes die op komische wijze voor ons uit over het strand dwarrelen, op zoek naar voedsel. Het blijft hard waaien het zand wordt over het strand geblazen, en wij ook. Er liggen hier veel mooie schelpen en enorme wieren. Terug op de camping is ieder bezig met iets, lezen, foto’s kijken, beetje dutten, beetje schrijven. Het koelt vanavond hard af, zijkanten van de luifel worden dichtgemaakt, en met 4 lagen warme kleding aan is het net te doen. We eten vis van de gril en duiken vroeg de slaapzak in op zoek naar warmte.

Dag -7, Mac Dougallsbaai – Steinkopf 94km

Tijdens het ontbijt worden we opgewarmd door het zonnetje, het voelt erg aangenaam er staat nog wel een stevige wind. Als we na het corvee vertrekken moeten we eerst een stuk terug naar de weg, dat is even saai. We verlaten vandaag de kust en trekken het binnenland in. Via een lange rechte asfalt weg gaat de route naar Steinkopf. Het wordt een zware dag met heftige klimmen, hitte en een sterke wind tegen kom ik niet boven een gemiddelde van 10 km per uur. Na de koffiestop stapt de een na de ander in de bus, de weg is saai en het gebeuk tegen de wind daar is de lol vanaf. Gaandeweg verandert het landschap van het vlakke strandveld in rode duinen en uiteindelijk de Klipfonteinbergen. Hier wordt de omgeving weer mooi dus stappen we op de fiets om van de prachtige Anenouspas te genieten . We komen een schaapherder tegen met zijn kudde die door dit met kleurige bloemen getooide landschap trekt. We rijden langst het Nama missionaris dorp Steinkopf en zien verderop Kooh Rooh Kooh tegen een berg daar gaan we overnachten midden in de natuur met enkel de maan en de sterren die voor licht zorgen. Er staat een grote tent waar we met zijn allen in kunnen overnachten. Aangezien ons gezelschap bestaat uit 2 vrouwen en 10 mannen trekt me dat niet zo aan, liever mijn eigen tentje. Er staan ook twee Nama hutten, daarin kunnen vier mensen slapen, Monique wil deze plaatsen verloten maar een paar mannen vinden het beter dat de vrouwen daar gaan slapen, goed idee, dankie mannen. Ik pak mijn bagage en ga richting de hut om te gaan kijken hoe het eruit ziet. Het valt niet tegen, de hut is gemaakt van houten bogen met aan de binnenkant grasmatjes en aan de buitenkant is de koepel overspannen met jute. Links en rechts staat een eenpersoons bed, in het midden een rond tafeltje en twee oude stoelen een paar krakkemikkige kastjes sieren de rest van het interieur. Het ziet er netjes uit, hier kan ik mijn slaapzak wel neerleggen. We zijn in het bezit van een zaklamp dus hebben geen kaars nodig, de luxe van een douche moeten we vandaag ontberen, er wordt een kan water buiten naast de deur gezet het is hier behelpen, weten we ook weer wat het is om je te behelpen met wat er is of wat er niet is. Op afstand is er een  toiletgroep gemaakt, drie stuks waarvan er al een een deur mist. Een grote steen op de grond doet dienst als deurslot, een in stukken geknipte krant verraad hoe dat er hier aan toe gaat. Een aggregaat zorgt ervoor dat we wat licht hebben als we gaan eten, om 10 uur gaat het licht uit. Bij aankomst zijn Nama Tannies met een soort Little House mutsen op voor ons aan het koken in enorme kookpotten, ik ga eens even bij ze kijken wat ze aan het brouwen zijn het is nu nog licht. Het ziet er allemaal goed uit. Later blijkt dat er een hele Nama familie zit te eten en dat wij het met een bescheiden portie moeten doen, na een zware dag fietsen lusten de meeste mannen nog wel een portie, helaas de potten zijn leeg, de Nama’s volgegeten en hebben ook geen zin meer om ons te vermaken met oude verhalen en de traditionele “Namastap” dans die ons waren beloofd.

Dag-8 Steinkopf – Vioolsdrift 77km

Om zes uur in de morgen worden we door kraaiende hanen gewekt. In de hut naast ons komt het Nama leven op gang, er slapen alleen mannen die naar de vuurplaats lopen om daar hun ontbijtpap te bereiden. Voor ons is het ook tijd om op te staan. Op de fiets rijd ik naar het toilet, wij zitten nogal een eind van het kamp af, iedereen is al in de weer met het opruimen van de bagage. Ook wij slepen onze spullen weer naar het kamp. Het was leuk om in de hut te slapen, ook al had ik af en toe het gevoel dat we door de openingen boven de deur werden begleurd. Liggend op bed voel ik de wind die weer  stevig aanwakkert door mijn haren gaan. Na het ontbijt en corvee fietsen we verder naar het noorden richting Namibië. Weer moeten we tegen de wind in beuken, het waait hier altijd. Na een paar klimmetjes bereiken we het hoogste punt van 1005 mtr, vanaf nu draait de weg en krijgen we de wind schuin opzij in de rug en gaat het dalen. Het landschap wordt steeds rotsachtiger hier en daar staan kokerbomen en kleurrijke wilde bloemen. Onderweg zien we regelmatig bordjes  die verwijzen naar een mijn, er zijn hier veel micamijnen. Dit gebied is rijk aan mineralen. Na een prachtige afdaling tussen grillige rotsen door waar tot onze verbazing zelfs een kerkhof is, breiken we Via de “Vijfmijlpoort” de groene vallei van de Oranjerivier die tevens de grens vormt tussen Zuid-Afrika en Namibië.  Het laatste stuk gaan we over een grondpad, een zinderende hitte doet de temperatuur oplopen tot 40 gr. Dit is wel weer een heel mooi stuk. Al vroeg bereiken we het Aquacade camp waar we in huisjes aan de Oranje rivier met uitzicht op Namibië overnachten. Na een drankje gaan we genieten van een lekkere douche. Daarna gaan we naar het terras bij het zwembad en genieten van een heerlijk biertje en een prachtig uitzicht over de rivier.

Dag -9 Vioolsdrift – Aussenkehr  64 km.

Als we buiten komen is het al lekker warm, het beloofd weer een warme dag te worden vandaag. Eerst ontbijt, corvee en dan op de fiets het grondpad terug richting de grens. Voor de grens eerst wat Rand pinnen bij een automaat en dan de grenstoestanden ondergaan. Ook hier moet weer een formulier worden ingevuld, volgens de dame aan de balie moet ons registratie nr. van het voertuig worden ingevuld. We vertellen dat we op de fiets zijn en dus geen nr. hebben nou dat duurt nogal voor ze dat snapt, met ogen zo groot als schoteltjes vraagt ze: Jullie reizen per fiets????? en vervolgens breekt haar het zweet uit bij het idee om hier te gaan fietsen. Ze moet wel hartelijk lachen om het misverstand. Aan het loket naast ons wordt ook nog wat gegrapt en dan na drie loketten en nog 4 controleposten bevinden we ons op Namibisch grondgebied. Gejaagd door de wind vliegen we over de weg maar dan zonder wind, het gaat hier bergaf door een soort van maanlandschap, volgens enkele medereizigers saai maar ik vind het wel wat hebben, als je goed om je heen kijkt ontdek je toch steeds weer iets anders, ook zit er best veel kleurverschil in de natuur om ons heen. Ook de eindeloosheid in het landschap is apart. Er groeien ook hier weer veel verschillende succulenten of zoals wij zeggen: vetplanten. We fietsen door de groene vallei van de Oranje rivier tussen de druiven, mango en Orange boomgaarden. Wolkjes “blussen”de hitte van de zon.  Bij een Wimpie net over de grens drinken we koffie met heerlijke appeltaart, voor het eerst dat we iets tegenkomen tijdens de reis. We zijn vroeg, waarschijnlijk de eerste klanten en worden erg vriendelijk geholpen. Bij het afrekenen krijgen we een zakje Wimpie bloemenzaden cadeau, de fooi was vast hoog hahaha.  De route volgt de bochten van de Oranjerivier over een goed begaanbare asfaltweg, na de laatste afslag rijden we tussen de wijnranken door een groot wijngebied naar de overnachtingplaats bij Aussenkehr (betekent ‘buitenbocht’ in het Duits) We zetten eerst de tent op en drinken wat, de wind steekt weer op en al snel waaien bier en chips van tafel. Na de douche gaan we bij het zwembad een biertje drinken met uitzicht op de rivier en genieten van de zonsondergang. Monique maakt een vuurtje voor de braai, auto plus aanhanger staan zo geparkeerd dat we uit de wind zitten. Kikkers kwaken om ons heen. Het is heerlijk zo in de vrije natuur.

 Dag 10 – Aussenkehr rustdag

Het is heerlijk om wakker te worden door vrolijk vogel getwitter. De dag begint bewolkt. Vanuit onze tent hebben we uitzicht op de bergen aan de overkant van de rivier, die baden in de zon, wij zitten aan de verkeerde kant. Kwikstaartjes huppelen komisch door het gras, in de rietkraag zitten prachtig gekleurde vogels vooral een zwarte vogel met helrode vlek trekt onze aandacht. Gedreven door de wind hangen wevernesten te bungelen in het riet. Na het ontbijt gaan we kijken of we bij de rivier kunnen komen. Helaas lukt dat niet helemaal. We lopen rond tussen de wijnranken, vele vrouwen zijn tussen de ranken aan het werk, opbinden en knippen. We lunchen bij het restaurant. Een Goliath reiger vist zijn maal uit de rivier, helaas staat hij helemaal aan de overkant. De Goliath reiger is de grootste reiger ter wereld het zijn echte carnivoren, ze eten alles wat in hun snavel past. Vis, reptielen, slangen, knaagdieren, krabben en kreeftjes. Ze zoeken wadend hun prooi, meestal in ondiep water. Alles wordt in zijn geheel ingeslikt zelfs vrij grote prooien krijgen ze weg. Wij eten een lekkere salade. Rondom de tenten pikken de vogeltjes de overgebleven kruimels uit Monique haar kombuis. De middag brengen we lui lezend door. Om vijf uur maken we een sunset drive naar een kleine Canyon  in de buurt. Gewapend met bier en chips bestormen we een berg, de wind maakt het onmogelijk om hier chips te gaan eten, een biertje kan nog net. Boven op de berg is er een prachtig uitzicht over het dal, de groene vlakken van de wijngaarden steken mooi af in het zand van de woestijn. Vanavond eten we braai in het restaurant.

 Dag -11,    Aussenkehr – Ai-Ais 77km

Even heb ik getwijfeld of ik buiten onder de sterrenhemel zou gaan slapen, bij het idee dat er een pad op mijn gezicht kon springen heb ik het idee laten varen, maar goed ook bij het opruimen van de tent zat er een dikke pad onder de tent. Na het ontbijt rijden we tussen de wijn ranken door terug naar de weg die nog uit een paar meter asfalt bestaat en dan overgaat in stuivend grondpad. Vanaf Norotshama loopt de route langs dramatische bergen en door de woestijn naar Ai-Ais (“brandende water”) wat verwijst naar de zwavelhoudende warmwaterbronnen. We rijden langst Aussenkehr, een dorpje dat uit alleen maar rieten huisjes bestaat, gebouwd van het riet dat aan de oever van de rivier groeit. De mensen die hier wonen, werken op de wijnplantages. Vanaf nu sleuren we onszelf en de fiets door het zand. Motorrijders komen ons tegemoet met grote wolken stof achter zich aan, zij vinden het vast leuk, wij wat minder. Later blijkt dat zij op dezelfde camping overnachten als wij. Het landschap is geweldig mooi, de weg wat minder, veel wasbord en loszand maakt het moeilijk om er makkelijk overheen te gaan. Met het zand wat hier ligt kun je aardig wat zandlopers vullen, af en toe zijn we zelf een zandloper. Het is lekker warm vandaag. Onderweg veel luchtspiegelingen,  het is net of er in de verte een meer is, maar dat meer komt niet dichterbij. Het landschap wordt steeds mooier, het zand steeds losser. Tijdens de koffie stop zien we een haas lopen, het enige wild van vandaag.  Het ressort ligt aan het zuidkant van de Fish River Conservation Area. We overnachten op de camping in dit resort. Bij het restaurant genieten we van een heerlijk getapt biertje en krijgen er een schaaltje gedroogde boerenwors bij die erg lekker smaakt. Het koelt niet ver af vanavond. Als we in de tent liggen horen we dat omringende kampeerders een paar erg luidruchtige medereizigers toeroepen dat het bedtijd is. Iedereen moet weer vroeg op dus wil gaan slapen.

Dag-12,  Ai- Ais Fish River Canyon– Hobas/ Canyon view  68km

Na een warme nacht worden we gewekt door vrolijk vogel getwitter en ronkende motoren, de motorrijders vertrekken al weer voor een tocht door de woestijn ons in een stofwolk achterlatend. Ondertussen gaat een baviaan er met een appeltaartje vandoor wat op tafel was blijven staan. Die aap een goed ontbijt, wij niks bij de koffie. Om niet te ver achter te raken doe ik de beloofde klim van 10 km in de bus, het is dezelfde weg terug van gisteren tot een splitsing en brengt ons naar de top van het plateau. Eenmaal boven, fietsen we langs enorme piramides van rotsen, met prachtige vergezichten en af en toe zien we ‘n oude verroeste auto achtergelaten door de eigenaar en in beslag genomen door een boom, een artistiek plaatje in het landschap. Het landschap verandert voortdurend, We zien veel sporen van wild maar het wild laat zich niet zien. Op een gegeven moment maak de weg een bocht en zien we in de verte de prachtige canyon liggen. Het is weer behoorlijk warm en de weg wordt er niet beter op. Regelmatig strand ik in een zanddip, dan moet ik van mijn fiets af om door het zand te sleuren. Mooie kokerbomen sieren het landschap. Gezien de afstand die we al hebben gefietst moeten we vlak bij de camping zitten maar er is in geen velden of wegen iets te bekennen. Ineens staat er in het niets een bordje, we zijn er, een  camping  in een groot leeg landschap 10km van het hoofd uitzichtspunt van de Fish River Canyon. We zitten wel weer in de natuur, verstoken van alle moderne communicatiemiddelen, mailen doen ze hier nog met de rooksignalen uit de kookpot. Het is wel een eenzaam gebied op zich vind ik het helemaal niet erg maar het zou toch ook wel leuk zijn om eens door een dorpje te gaan. We hebben een zak vol ballonnen meegenomen maar komen geen kinderen tegen om ze uit te delen. Eind van de middag rijden we met de bus richting uitkijkpunt om bij zonsondergang de canyon te bekijken Onderweg zien we springbokken en struisvogels, eindelijk toch nog wild. Het zicht op de Canyon is werkelijk adembenemend mooi, het valt niet uit te leggen hoe mooi het is, je moet het gezien hebben. We rijden nog naar een ander uitkijkpunt voor een ander indrukwekkend zicht op de Canyon en dan is het tijd om terug te gaan naar de camping. Bij de winkel op het terras drinken we nog een biertje, zien hier een mooie zonsondergang. Er zitten hier ook bavianen op de camping, we zijn gewaarschuwd!

Dag -13,  Hobas – Grunau/Lorensia camping, 95/50km

Om kwart over 6 stappen we in de bus om de zon op te zien komen bij de canyon, een mooi begin van de dag. Terwijl wij ons staan te vergapen aan de zon die stukje voor stukje boven de bergen tevoorschijn komt, rooft een baviaan op de camping een tent leeg van een medereiziger die zo slim was om een tas met repen in de tent te zetten, de 13de fietsdag begint goed. Wij genieten nog even van de prachtige canyon en de zon die langzaam hoger komt, een nieuwe dag begint. We moeten weer terug naar de camping waar ons de baviaan verrassing wacht. Een kampeerder komt ons al tegemoet om te vertellen dat er een baviaan in tent heeft gezeten en zich niet liet wegjagen. De tent was aardig overhoop gehaald, lege wikkels lagen verspreid als resten van een feestmaal door de tent. Als we aan het ontbijt zitten grist de baviaan nog een plastic tas mee waar een slaapzak inzit, gelukkig laat hij de zak vallen, slaapzak gered. Even later valt er spontaan met luid geraas een boom om, het spookt hier. Wat staat ons vandaag nog meer te wachten? Vanaf Hobas vervolgen we de fietsroute door het privé natuurgebied Gondwana Canõn Park het wordt een lange zware fietsdag door het zand. Eerst moeten we de steile helling weer op dat lukt mij niet op de fiets dus wordt het lopen. Nergens anders in het zuiden van Namibië komt een zo grote hoeveelheid dieren in zo'n grote verscheidenheid voor, als in dit park. Soorten waarvan men dacht dat ze hier niet meer voorkwamen zijn eindelijk weer terug, zoals springbok, gemsbok, hartenbeest, gnoe, struisvogel, zebra, koedoe en klipspringer. Het eerste wat we zien is een kudde springbokken die eerst links van ons meelopen om daarna al springend de weg over te steken, een leuk gezicht. In de verte zien we zebra’s die zich snel uit de voeten maken als wij naderen, ver van de weg staan struisvogels. Het is vandaag niet zo heel warm, een lekker fietstemperatuurtje maakt dat we goed doorfietsen.  Onderweg komen we langs het Canyon Roadhouse, een unieke plaats in de ‘middle of nowhere’, hier gaan we koffiedrinken. Overal staan of liggen autowrakken verspreid, zelfs binnen staan oude vrachtwagentjes, zelfs beladen met curiosa. Het lijkt wel of we in een museum zijn beland. In een oude werkplaats ontbreken zelfs de naaktkalenders niet. Na deze uitspatting vervolgen we de eindeloze weg door het soms erg losse zand. Met het windje in de rug gaat het heerlijk. Op 50 km hebben we de koffiestop we zijn flink opgeschoten. We passeren een enorm groot socialweaver nest Hier een leuke site: http://www.environmentalgraffiti.com/featured/artistic-nests-weaver-birds/14107 De social weaver birds leven in commune, bouwen enorme nesten met honderden kamertjes, in de buurt van een nest is het een komen en gaan van vogels vergezeld van een vrolijk getwitter. Links en rechts van ons prachtig berglandschap de weg wordt glooiend en als naast ons een medefietser met een luide Tarzan kreet onderuit gaat weten we dat we moeten oppassen om niet hetzelfde lot te ondergaan. We passeren weer een enorm nest waar de helft van afgebroken is, aardig om te zien hoe het in elkaar zit. De afslag naar de camping bestaat uit nog losser zand dus worden wij weer ‘zandloper’. Gastvrouw Elsje staat ons gewapend met camera op te wachten, wij zijn de eerste groep die hier kamperen. Elsje is een gastvrije, hartelijke, lieve vrouw je voelt je hier meteen thuis. Zij woont hier alleen en heeft de hele camping zelf opgebouwd, het ziet er zo gezellig uit: overal potten en pannen met planten, veel in model gelegde stenen en afgebakende paden. Een zonnecollector zorgt voor stroom in de doucheruimte. Er zijn hier tamme stokstaartjes en een kreupele jakhals.  Vanavond eten we kudu, bereid op een enorme gril. S’avonds begint het heel hard te waaien en koelt het erg af. Ik worstel nog met een flinke verkoudheid dus kruip vroeg in mijn warme slaapzak.

Dag – 14, Grunau/Lorensia – Dag Quivertree Forest Camp 98/50 km

Vannacht waaide het zo hard dat het tentzeil flapperde alsof alles los hing. Steeds leek het of er iemand rond de tent liep. Elsje hoorde mij vanmorgen erg hoesten en kwam strepsels brengen, erg lief. Na het ontbijt nemen we hartelijk afscheid van Elsje, als we op de fiets stappen neemt zij foto’s van ons, het liefst was ze achter ons aangereden  om te kijken hoe het met ons ging hoorde we later van Monique. De weg gaat behoorlijk op en af het is flink stampen op de pedalen om boven te komen. We fietsen weer in alle eenzaamheid. Als je hier woont, moet je 100 km ver om boodschappen te doen, dan moet je zeker niets vergeten. Vandaag fietsen we een schilderachtige route richting het noorden, door een golvend landschap naar het economische en administratief centrum van het Karas District, Keetmanshoop. Van de beloofde kudu’s is geen spoor te bekennen. De enige kudu die ik hier heb gezien was het lapje gisteravond op mijn bord. Alweer fietsen we door een prachtig landschap, we slingeren met stevig klimwerk gevolg door steile afdalingen met veel stenen en zandribbels (wasbord) tussen bergen door. Ondanks dat het voor mij best afzien is worden we er niet eens moe van de conditie is dus goed. Bij een Wimpi, we zitten nu weer op asfalt, drinken we koffie met lekkere appeltaart die hebben we verdiend,  We fietsen langs het dorp  Keetmanshoop in de richting van Quiver Tree Forest Camp en Giant’s Playground, dat aan de rand van een kokerboomwoud ligt. Op deze bijzondere plek overnachten wij in huisjes. Het is eigenlijk een groot huis met een huiskamer en 4 grote slaapkamers voorzien van een heerlijk hemelbed, ideaal om even een wasje te drogen. Om vijf uur worden hier cheeta’s (jachtluipaard) gevoerd en daar mag je omheen staan, dat ga ik natuurlijk doen. Dit is wel het hoogtepunt van de dag. Beetje eng is het wel maar de cheeta’s hebben alleen oog voor hun prooi en laten ons met rust. Ook mag er een cheeta terwijl hij aan het eten is worden geaaid, dat is helemaal eng maar wel heel cool om te doen, ik kijk eerst even hoe het beest reageert als hij wordt geaaid door iemand, het maakt totaal geen indruk op hem hij blijft rustig doorknagen aan zijn boutje, dus waag ik het maar in de hoop dat zijn bout groot genoeg is zodat niet ik het slachtoffer wordt, het voelt heerlijk zacht aan, tja je moet alles een keer meegemaakt hebben in je leven. Na dit avontuur gaan de fietsen op het dak voor de transfer morgen. We eten vanavond in het restaurant, er wordt een heerlijke stoofpot geserveerd.  

Dag -15, Quivertree Forest transfer naar – Mata Mata/Kalahari  Gemsbokpark 260km

Vandaag transfer van 200 km naar Mata-Mata, hopen daar wat wild te spotten. Eerst brengen we een bezoek aan de playgrounds. De playground was miljoenen jaren geleden vulkanisch gebied, hieruit is een prachtig landschap ontstaan. Keien liggen er bijna onnatuurlijk opgestapeld, je zou haast denken dat kabouters hier s’nachts met blokken zitten te spelen. Een wonderlijk stuk natuur. Er staan ook nog prachtige kokerbomen tussen, eigenlijk hebben we te weinig tijd om dit mooie stuk natuur goed te bekijken. We moeten weer verder, het wild lokt ons. Tijdens een korte pauze verzamel ik zaden van de kameeldoringboom, kijken of het lukt om er iets uit op te kweken. Langzaam aan komen we tussen de rode zandduinen, een prachtig gezicht. Als we in Mata-Mata aankomen, zetten we snel de tent op, overal om ons heen zijn eekhoorns in de weer, leuk gezicht de beestjes zijn net zo nieuwsgierig naar ons als wij naar hen. Als de tenten staan gaan we de bus in voor een gamedrive in de hoop wat wild te spotten. Springbokken lopen hier genoeg rond, we zijn echter op zoek naar de leeuwen of luipaarden. Pauwen en struisvogels kruisen onze weg, enorme roofvogels zoeken een plaatsje in de boom voor de nacht, het koelt af en dan hebben zij geen thermiek meer om te vliegen. Jakhalzen zijn een prooi aan het verslinden, een springbok heeft het leven gelaten wat van het beest rest zijn de botten en zijn mooie vacht. Ook komen we giraffen tegen, wat een prachtige beesten zijn dat toch. De tijd begint te dringen om half 7 sluit het hek, in een file die een enorme stofwolk doet oplaaien, rijden we terug naar de camping, nog net op tijd gaan we door het hek. Het is hier gezellig druk op de camping, tenten zijn opgezet en overal worden vuurtjes gestookt voor de braai, allemaal mensen die van de natuur genieten.

Dag – 16, Mata Mata kamp – Twee Rivierenkamp /Kalahari Gemsbokpark 115 km

Vanmorgen worden we gewekt door een vogel die in de boom naast onze tent zijn uiterste best doet om ons te laten genieten van zijn mooiste lied het klinkt prachtig, heerlijk om zo te ontwaken. Wij vertrekken om 7 uur, na een kopje thee en een koekje. In het begin zien we vooral veel springbokken, Gnoes, struisvogels en enorme roofvogels die op wat warmte wachten om op te stijgen. Nog steeds geen spoor van leeuwen of luipaarden. Op een picknickplaats wordt gebruncht, Monique bakt eieren, smaakt goed. Vogels trippelen om ons heen in afwachting van de kruimels, ze komen nog net niet op ons bord zitten. Er zit ook een mooie neushoornvogel, en ook die wacht rustig af of er iets te eten valt. Het is hier goed toeven, een mooie plek maar we moeten weer verder, gelokt door het wild. Tot aan de camping hebben we genoeg gnoes gezien, maar nog geen spoor van leeuwen. Het is ondertussen ook lekker warm geworden.We zetten snel de tent op, nog even zitten en ook hier weer vogeltjes die vechten om de kruimels. We gaan weer op pad, er zijn leeuwen gezien, al vrij snel is het duidelijk waar: er staat een hele file te kijken. Helaas zitten de leeuwen op grote afstand je moet echt met de verrekijker kijken om ze te zien. Af en toe zie je een kop boven het gras uitkomen, het beest heeft niet veel interesse in ons. Op de terugweg ontdekken we nog stokstaartjes die hier vrolijk spelen. Nog net op tijd zijn we terug bij het hek het begint al donker te worden. We eten vanavond in het restaurant een heerlijke struisvogelbiefstuk.

Dag 17, Tweerivieren  kamp/Kalaharie – Loch Maree farm 95/50km

Om half 6 wordt het al rumoerig om ons heen, tenten worden ingepakt, auto’s worden gestart en tegen half 7 staat er al een file voor het hek om het park in te gaan. Wij moeten eerst door de immigratie, dat is sneller gezegd dan gedaan, voor ons staat een stel waarvan het paspoort niet in orde is dat duurt en duurt en duurt… Dan zijn wij aan de beurt, of we op de fiets van Mata Mata zijn gekomen?  Nou eh nee, maar dan hadden we misschien wel leeuwen gezien als we dat hadden gedaan. Met het wild dat we zijn tegengekomen had het makkelijk gekund, of zou een jakhals ook mensenvlees eten? Na noch wat formaliteiten kunnen we eindelijk op de fiets stappen, en hoera het eerste stuk is asfalt, met het windje in de rug gaat het als een trein, op naar Loch Maree. De Kalaharie rode duinweg ligt voor ons zinderend in de nu al brandende zon. Het is hier erg mooi, er zijn weer veel kodakmomenten, fotootje hier, fotootje daar en lekker doorfietsen het asfalt rolt lekker de kilometers glijden onder onze banden door. Eigenlijk is het een heel raar idee: fietsen langst de duinen maar er is geen zee, nou ja er is wel een zee van zand. Dit is ook het gebied van een van de oudste stammen van de wereld, de Khomani San. Onderweg kinderen in hun stalletjes aan de weg waar ze authentieke San curiosa produceren en verkopen. Het zijn wat simpele dingen gemaakt van houtjes en veren soort van mobile. Bij de Molopo Kalahari Lodge gaan we lunchen, een mooie locatie, we genieten op het terras van een heerlijke salade. Er zijn hier veel struisvogeleieren in decoraties verwerkt evenals stekels van een stekelvarken ( geen egel) We moeten toch weer verder voor de laatste 30 kilometer, dat gaat niet meer zo snel, het wordt weer afzien, ploeteren door het losse zand met boven ons de koperen ploert die brand ons rood en doet het zweet stromen. Nu vraag ik me toch even af of dit nog vakantie is, ja het blijft avontuur. Aan alles komt een eind ook aan dit geploeter, nog een klein klimmetje en dan stal ik mijn fiets tegen het hek op plaats van bestemming: Loch Maree, alweer in de middle of nowhere en geniet eerst van een welverdiend biertje. Als het donker wordt en het vuur voor de braai wordt aangestoken, klinken er prachtige  gekko geluiden in de natuur, het is hier genieten. Een enorme duizendpoot komt voorbij lopen, die mag niet verder eer hij is vereeuwigd op de foto.

 Dag – 18, Loch Maree – Rooipan 75km

Om 6 uur in de morgen zijn de vogels al weer aan het twiteren, de opkomende zon tovert prachtige kleuren tegen de hemel, mooier wakker worden bestaat niet, lekker vroeg de tent uit. We maken ons gereed voor nog een dag fietsen door het landschap van de rode duinen. Het gebied bestaat uit lage golvende heuvelruggen en geulen die tijdens het regenseizoen bedekt zijn met gras. In het droge seizoen zijn ze relatief kaal met hier en daar wat struiken en de Kameeldoringboom. Eerst maar de zanderige afdaling overleven en dan duiken we de zandbak in. Weer wordt het sleuren, sjouwen en trekken met de fiets door het losse zand ik doe een kwartier over 2 km, met 80 km te gaan vandaag ga ik dat zo voor donker niet redden. De snelle rijders komen mopperend voorbij stampen een slingerspoor achterlatend. Ik krijg ernstig last van zandpad allergie, ik heb mijn besluit genomen: als Monique met de bus komt stap ik in. Duinen zonder zee is prachtig maar dan wel vanuit de bus. Ik heb niet de kracht in de benen om daar doorheen te fietsen. Voordeel van in de bus is dat je goed rond kan kijken en zo een goede indruk krijgt hoe mooi dit landschap is, op de fiets gaat dat niet je hebt alle aandacht nodig voor de weg. Ondertussen steekt er een stormwind op en worden we gezandstraald. De weg blijft slecht, even leek de weg beter te worden en zijn we toch weer op de fiets gestapt maar na een paar honderd meter belanden we weer in het losse zand nu ben ik er echt klaar mee. Bij de koffiestop stappen meerdere fietsers in de bus die zijn ook klaar met het zand. We passeren enkele zoutpannen, wij zouden op een zoutpan lekker primitief kamperen, maar met deze wind krijg je geen tent overend. Grote zandwolken vliegen over ons heen Monique gaat naar de gastenkamers informeren op de boerderij, er is plaats voor 8 man, een paar fietsers willen op het grasveld slapen en twee willen in de aanhanger wij kiezen voor een riante kamer die heel gezellig is ingericht. Gelukkig waait het later in de middag veel minder. We eten buiten onder een boom met een enorm wever nest erin, het is een komen en gaan van vogels een leuk gezicht. De gastvrouw Lizette kookt voor ons, pompoensoep is hier erg in vanavond al weer een variant het smaakt elke keer anders. Er wordt een flinke stoofpot met springbok op tafel gezet en die smaakt heerlijk.

Transfer van Rooipan naar begin route (120km)

 

Dag – 19, Rooipan – Riemvasmaak 79/45 km

 

Volgens Monique wordt het een spannende dag, zij weet niet hoe het laatste deel van de route eruit ziet, dat stuk heeft zij niet verkend. Na het ontbijt onder de peperbomen volgt er eerst een transfer van 150km, alvorens we weer op de fiets stappen vlak voor Lutzputs. Dit gehucht bestaat voornamelijk uit een station en bevindt zich in een seismisch actief gebied. De meest recente aardbeving in het gebied, was op zondag 18 december 2011 met een kracht van 4.3 op de schaal van Richter. Weliswaar op een diepte van meer dan 15km onder grond. Weer belanden we in zand, stenen en wasbord. Ik heb weer alle aandacht voor de weg nodig om niet op mijn achterste in het zand te belanden. Ik merk dat mijn grondpad allergie weer toeneemt en bij de koffie stop ga ik de bus in en met mij meer mensen, lekker vakantie houden. Al snel nemen we een afslag en komen door een boerenhek op een zeer smal pad dat na een paar honderd meter veranderd in hoe kan het ook anders, een grote zandbak waar de bus in blijft steken. Allemaal uitstappen, zand voor de wielen weghalen, er zit gelukkig een hardere laag onder. Monique laat lucht uit de banden lopen. Dan moeten wij met zijn allen om meer grip op de weg te krijgen achter in de bus gaan zitten als extra ballast dus. Gelukkig komt de bus met aanhanger weer in beweging, nu blijven duimen dat het goed blijft gaan. GPS stuurt je overal doorheen zo ook over dit boerenpad dat van zand overgaat op enorme keien, diepe kuilen en weer zand. We moeten meerdere hekken door, Ineens staan we voor een hek waar een groot slot aanhangt. De overgebleven fietsers staan hier te wachten en hebben al een oplossing bedacht: moeren losdraaien, hek eruitlichten, bus en fietsers erdoor en hek weer vastmaken. We rijden nu in een berglandschap met prachtige kokerbomen over een pad dat licht stijgt en er niet beter op wordt. Dan zien we in de verte iets dat op huizen lijkt en weer staan we voor een hek dat deze keer niet op slot zit. Hek openmaken en ook hier de hele karavaan doorheen en dan maar even afwachten wat er gaat gebeuren, in de verte wordt naar ons gekeken. Het moet voor de mensen die hier wonen een hele schok zijn om ineens een bus met aanhanger vol fietsen door een hek te zien komen over een pad waar je normaal alleen met een ezel over rijd. Dan zien we een man in een auto stappen en die komt onze richting uit hopelijk niet met een geweer. Monique legt rustig heel de situatie uit en maakt haar excuus. Er wordt overlegd hoe nu verder, volgens die man kom je wel in Riemvasmaak maar moeten er een paar bochten worden genomen waar de bus met aanhanger mogelijk niet doorheen komt. Hij biedt aan voor ons uit te rijden om indien nodig onderweg hulp te bieden. Er wordt nog een man opgehaald die onderweg alle hekken opent en weer dichtmaakt. Wat bezielt mensen om hier in dit onherbergzame gebied te gaan wonen vraag ik mij af. Na nog 4 km in dit berggebied met een vreselijk pad in een prachtige natuur, belanden we dan eindelijk in de bewoonde wereld, voor zover je daar van kan spreken. We maken wat kinderen blij met ballonnen en brood denken dat het avontuur ten einde is en gaan verder richting eindpunt. Om op de camping te komen verlaten we de weg, over een smal stenig pad tussen de rotsen door met steile afdalingen belanden we in een verlaten maanlandschap, het avontuur gaat nog verder. Het wordt al donker als we op plaats van bestemming bij de  warmwaterbron arriveren. Ondertussen is het weer hard gaan waaien dus kost het weer veel kracht om de tent overeind te krijgen, snel wat tassen naar binnen gooien zodat de tent niet de lucht inwaait.

 

 

 

 Dag – 20, Riemvasmaak – Augrabies Falls Nationaal Park, 45 km

Omringd door de granieten rotsen klinkt s’morgens een prachtig vogelconcert. We hebben het besluit genomen om niet meer op de fiets te stappen. De weg hier uit het dal is niet makkelijk en wat er verderop licht te wachten weten we niet. Dit is de laatste fietsdag en eindigt bij de Watervallen (‘plaats van veel lawaai’), de zesde grootste ter wereld. Een redelijk korte maar pittige tocht langs eeuwenoude verweerde bergen. Er worden nog veel edelstenen in het gebied gevonden, waarvan de belangrijkste; rozenkwarts, amethist, toermalijn, agaat, jaspis en blauwe, groene en bruine tijgeroog. Wij gaan bergop wandelen en stappen dan onderweg in de bus. Het is hier sprookjesachtig mooi, we hebben nu tijd om foto’s te maken en op ons gemak rond te kijken. We hebben wel de fout gemaakt om geen routebeschrijving mee te nemen, bij een splitsing aangekomen staan we te twijfelen wel of niet afslaan? Dan besluiten we een fietsspoor te volgen, later blijkt dat ook die fietser fout was gegaan en ons zo op een dwaalspoor heeft gezet. In de verte zien we Monique rijden, alleen draait ze wel een andere kant uit en komt niet echt onze richting uit. Uiteindelijk komen we in Riemvasmaak uit en vragen aan een vrouwtje of ze fietsers heeft zien komen? Nee, dan zien we Monique aankomen zonder aanhanger en beseffen dat we verkeerd zitten. We moeten rennen want zij ziet ons niet. Beschaamd stappen we in de bus, sorry we hadden een route moeten meenemen. We hebben wel genoten van de wandeltocht. Verder gaat het door de vredesvallei, de weg is smal je moet hier geen tegenliggers krijgen. Eenmaal over de bergen komen we in de groene vallei, een groot wijnbouw gebied, aan de Oranjerivier en uiteindelijk, na een lange geleidelijke klim, bij de Augrabies Watervallen. We overnachten hier in huisjes vlakbij de waterval. Als huisdieren hebben we apen en vreselijk veel kleine mugjes die meteen in de aanval gaan. De apen zien kans om twee zakken chips en een zak noten mee te grissen van de aanhanger, het is beter om alles dicht te laten. De zak chips wordt smakelijk leeggegeten, wij hebben het nakijken. Als de fietsen zijn gepoetst, en schoon voor de terugreis op de aanhanger staan wordt er gezamenlijk wat gedronken. Daarna gaan we op verkenning bij de waterval, er is niet zo heel veel water maar wel de moeite om te bekijken. Monique rijdt ons ook nog met de bus naar een uitzichtpunt over de watervallen. In het restaurant eten we heerlijke springbokschenkel.

Dag 21 Transfer Calvinia 400 km

Het fietsen zit erop, niet meer zandlopen maar buszitten.  Vandaag nemen we afscheid van twee aardige fietsers.  Via Upington vliegen zij  naar Johannesburg en dan naar huis. Wij rijden door naar Calvinia daar brengen we de nacht door. Na het vliegveld drinken we eerst koffie in een leuke koffietuin. Hier veel curiosa en een winkeltje met heel moderne decoratiespullen die je hier niet zou verwachten, geen souvenirs en die verwachten we hier nou juist wel. Er is hier een soort van verkoop bijeenkomst aan de gang, zoiets als de  busreizen bij ons waar je van alles wordt aangesmeerd. Als het is afgelopen komen er massa's vrouwen met een goodybag naar naar buiten en duiken de shop in. Na een lekker kopje koffie en een lekker stukje in aller ijl bereide taart  begint voor ons dan de lange tocht, eerst nog veel wijnbouw daarna verandert het landschap in een steeds kalere vlakte. We rijden nog langst een berg die vol staat met prachtige kokerbomen, volgens Monique een mooi wandelgebied. Lunchen doen we onderweg in een gehucht bij Oma Miemies Padstal, ook alweer een leuke plaats vol curiosa, een kar vol met oude geëmailleerde pannen en schaaltjes siert het erf, er is hier menig oude zolder leeggeplunderd lijkt wel. In de padstal veel lokale produckten. Het eten smaakt ons goed. Nu nog een paar honderd kilometer door een leeglandschap, nog nooit zoveel land gezien waar niet meer  dan een paar polletjes groen groeien. Onderweg veel wegwerkzaamheden die de boel ophouden. We moeten steeds wachten bij een stoplicht ( een bord wat bediend wordt door mensen) we komen pas om zes uur in Calvinia aan. We overnachten in leuke oude huisjes, allemaal in oude stijl ingericht. In een restaurant, ook al een oud huis met een mooie gedekte tafel, eten we s’avonds alweer een pompoensoep variant en een lekkere skaappastei. Het is hier wel erg koud. We kruipen vroeg in ons warme bed, nog even een boek lezen en dan de luiken toe. Ik heb nu al heimwee naar het fietsen in Afrika.

 

Dag 22 Transfer Cape Town Airport 380 km

Het fenomeen "waakhond" is hier in Calvinia blijkbaar een hot item, je hoort de hele nacht continue honden blaffen. Voordeel is: er zijn waakhonden. Nadeel is: die waakhonden weten niet zo goed wat er van hen verwacht wordt, dus blaffen ze bij alles de hele nacht door. Nou ja, we zullen maar zeggen: blaffende honden... Ondertussen word ik er wel vaak wakker van. De bagage wordt bij de bus gezet en wij lopen naar het restaurant om te ontbijten. Dan wordt het tijd om in de bus te stappen voor de rit naar Kaapstad. We vertrekken lekker vroeg zodat we vanmiddag nog in Kaapstad kunnen kijken. Helaas beslist het lot anders. Na goed honderd km te hebben gereden, we zijn net een bergpas over, begeeft de motor van de bus het. We zien rook en het begint te stinken, Monique zet snel de bus aan de kant en wij springen eruit. Er loopt olie uit de motorkap en als de kap wordt geopend zijn er vlammen die snel worden gedoofd. Dit ziet er heel ernstig uit. Er stopt een auto en een mevrouw vraagt of we hulp nodig hebben, zij vertelt ook dat we ongeveer 20 km van de dichtstbijzijnde plaats zitten. Monique neemt kontact op met haar garage en krijgt tel.nr. van de dichtstbijzijnde garage. Er komt een monteur naar ons toe, hij kan alleen maar constateren dat het goed mis is en dat hij hier niets kan doen de bus moet gesleept worden. Wij zitten op stoeltjes aan de kant van de weg in afwachting van de taxi en de sleepdienst. Voorbij rijdende automobilisten denken vast dat we zitten te picknicken iedereen zwaait naar ons. Voor ons wordt er een taxi busje besteld met aanhanger voor de bagage dat ons verder naar Kaapstad brengt. Het is bijzonder jammer dat de reis zo afloopt. De bus met aanhanger wordt naar een garage in Van Rhynsdorp gesleept, wij rijden in een taxibusje erachteraan. In Van Rhynsdorp eten we nog wat en dan nemen we afscheid van Monique die daar eenzaam achterblijft. We komen steeds meer in de bewoonde wereld. We hebben onderweg nog een korte pauze en om half 8 komen we in Kaapstad bij het vliegveld aan. Helaas, een bezoek aan Kaapstad zit er niet meer in. We checken in en gaan dan op ons gemak wat eten en drinken daar zijn we hard aan toe na deze slopende dag. We gaan ook nog even op zoek naar souvenirs die zijn we tijdens de reis niet tegengekomen. 

Na drie weken in de natuur te hebben vertoefd, en meestal geen verbinding met de bewoonde wereld zijn we weer thuis en kijken terug op een mooie, avontuurlijke vakantie, vooral van de rust en de natuur heb ik erg genoten. Het is nu weer wennen aan alle mensen om ons heen en de drukte op straat.

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb