Georgie - 2010

waar gaan jullie dit jaar fietsen? …..in Georgie. Waar ligt dat?

Hoe kom je erbij om naar Georgie te gaan? ….. tja we wilde naar Kirgizie maar dat gaat vanwege de onrusten daar niet door.

Maar hoe kom je dan aan Kirgizie?.... nou dat zit zo: wij fietsten vorig jaar in Cuba en hadden mede reizigers die gefietst hebben in Kirgizie en een gids die de reis heeft uitgezet. Zij hebben ons min of meer overgehaald………….. en zo is het begonnen

Over Georgië

Het land tussen de Zwarte en Kaspische Zee ligt op één van de belangrijkste routes tussen Europa en Azië en heeft in het verleden vele volkeren voorbij zien trekken. Het behoort tot ’s werelds meest gecompliceerde etnische gebieden. Het is een jong land, net als de andere staten in de Kaukasus: Azerbeidzjan en Armenië. Het gebied dat nu West-Georgië is, werd door de Grieken gekoloniseerd rond de 8e eeuw voor Christus. Anatolische stammen uit Turkije trokken een eeuw later de oostelijke regio binnen. Na enkele roerige eeuwen werden een aantal onafhankelijke Armeense staten samengevoegd tot belangrijke macht in het Oost-Romeinse Rijk, van de Kaspische Zee tot centraal Turkije, met een groot deel van het huidige Georgië binnen de grenzen.

 De man van staal

Rond het jaar 400 werd West-Armenië, waaronder West-Georgië, opgeslokt door het enorme Byzantijnse Rijk. Het oostelijke deel kwam onder Perzische controle tot de islamitische Arabieren halverwege de 7e eeuw een emiraat vestigden in Tbilisi. De verovering door de Turken in 1060 maakte een einde aan een periode van wisselende controle door Byzantijnen en Arabieren. Velen vluchtten door deze verovering naar het voornamelijk christelijke Georgië. Het grootste dele van wat nu Georgië is was destijds bekend onder de naam Iveria. Er volgde een gouden tijdperk voor Georgië, waarvan de macht zich uitstrekte van West-Azerbeidzjan tot Oost-Turkije. Deze stabiele periode was echter van korte duur. Er volgde een tijdperk van verschillende machten die streden om controle van het gebied, waaronder Mongolen, Perzen en Ottomaanse Turken. Uiteindelijk waren het de Russen die het gebied annexeerden. Georgië ontwikkelde zich en het nationalisme groeide. Iosif Dzhugshvili was lid van de Georgische socialistische beweging. Hij veranderde zijn naam later in ‘de man van staal’, in het Georgisch Stalin.

 Natuur

De lagergelegen gebieden zijn extensief voor de landbouw geschikt gemaakt en herbergen nog maar weinig van het oorspronkelijke wildleven. In de alpiene gebieden komen echter nog marmotten en berggeiten voor. Wolven, vossen, lynxen en herten bevolken de bossen. De dierenwereld wordt verder o.a. vertegenwoordigd door adelaar, havik, valk, zalm en forel. De Georgische vegetatie is rijk en divers, met vele endemische soorten. Ongeveer een derde van het land is bedekt met bos. In de lagergelegen delen vindt men vooral eiken en kastanjebomen, hogerop naaldbomen. Boven de 1900m komen alpenweiden voor. Op de vlakten van het Zuid-Georgische hoogland vindt men minder bos, maar meer struikgewas en graslanden. Het landschap wordt gedomineerd door gecultiveerde planten als theeplanten, fruitbomen en wijnranken.

Klimaat

Georgië kent diverse klimaten. In het westelijke laagland, langs de Zwarte Zee heerst een warm en vochtig Mediterraan klimaat, met temperaturen die in de zomer tot boven de 30º kunnen oplopen. Het binnenland heeft een uitgesproken landklimaat met warme droge zomers. Oostelijk en zuidelijk van Tbilisi resulteert dit zelfs in een half-woestijnachtig landschap, waar alleen in de winter neerslag valt. De meeste fietstochten vinden plaats in de Kaukasus, waar het landklimaat, naarmate we hoger komen, plaatsmaakt voor een bergklimaat met grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht, schaduw- en zonzijde, berg en dal. Zo kan het in de valleien gemakkelijk rond de 25º worden, terwijl hoger in de bergen bij een koude wind of mist de temperatuur bij 15º blijft steken. De nachten kunnen hier flink afkoelen. Het weerbeeld is hier instabieler en er is altijd kans op een regenachtige dag, of een fikse regenbui. We bevinden ons echter aan de zuidzijde van de Kaukasus, waar het weerbeeld over het algemeen veel zonniger en droger is aan de noordzijde.

 Georgië, de kaukasus route

Georgië, het land aan de zonnige zuidzijde van de Kaukasus. De Zijde route vormde hier eens de verbinding tussen Europa en Azië. Het is een land van ongekende landschappelijke schoonheden, maar ook van een rijke historie en cultureel erfgoed. Deze fietsexpeditie door Georgië begint in de hoofdstad Tbilisi en voert door het noordelijke deel van het land, waar de Kaukasus ligt, het hoogste gebergte van Europa. Op de grens met Rusland liggen enkele besneeuwde vijfduizenders als de Kazbek, de Usba en de Skhara. Onderweg passeren we idyllische boerendorpjes waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Op markante punten zien we christelijke kerken als burchten tegen de rotsen gekleefd. In Svaneti in het noordwesten van Georgië bestaan de dorpjes uit tientallen wachttorens omgeven door leistenen huizen. Met trots tonen de bewoners, de Svan, ons hun mysterieuze 800 jaar oude torens en even zo oude kerkjes, die op de meest fotogenieke plekken liggen. Rondfietsend zien we nog vervallen overblijfselen uit de Sovjettijd. Het trotse Georgië wil graag onafhankelijk zijn van Rusland en zich bij de Europese Unie aansluiten. Op deze reis maken we niet alleen prachtige fietstochten, maar bezoeken we ook de culturele hoogtepunten: de kloosters aan de Militarian Highway, de prachtige hoofdstad Tbilisi en de kerken en kloosters rond Kutaisi, waar Jason en zijn Argonauten op zoek gingen naar het Gulden Vlies. We  overnachten in pensions, hotels en bij de Georgiërs thuis, waar we kennis zullen maken met de gastvrijheid en de overvloedige Georgische keuken en de Georgische wijnen. Zo leren we de bergbewoners van Kazbegi en Svaneti van heel dichtbij kennen.

Dag 1

Vlucht van Amsterdam naar Tbilisi.

Om 4 uur s’morgens moeten we ons op schiphol melden, dat is een erg vroeg begin van de dag. We maken kennis met de groep en via Istanboel vliegen we naar Tbilisi waar ons een “warm” welkom wacht het is al 36 gr. Bus en vrachtwagen voor de fietsen staan al klaar voor vervoer naar het Hotel. ’s Avonds dineren we in een traditioneel Georgisch restaurant en maken kennis met de Georgische gerechten die overvloedig op tafel komen, het wordt een gezellige avond

Dag 2

In de ochtend bezoeken we de binnenstad van Tbilisi, eens een pleisterplaats op de zijderoute naar China. Het oude centrum is niet groot maar we vinden er verschillende prachtige gebouwen waaronder de 13e eeuwse Metekhikerk, die op een klif boven de Mtkvari-rivier ligt. We brengen ook een bezoekje aan een bakkerij en zien daar hoe het brood wordt gebakken in ronde ovens, de bakker vertoont zijn broodbakkunst.  Een wandeling maakt duidelijk dat deze stad een bewogen geschiedenis heeft gekend. Via smal steegje met trapjes naar beneden langst de Turkse sulferbaden, de Sionikathedraal en de Synagoge die veel indruk op ons maakt lopen we naar het nieuwere deel waar we op een sfeervol terras onze lunch nuttigen. Na deze excursie gaan we naar het hotel om de fietsen rijklaar te maken. ’s Middags gaan we de goudschat gaan bekijken in het Georgische Staatmuseum. Er staan en hangen hier schitterende iconen. Zouden de Argonauten en het Gulden Vlies echt bestaan hebben? Ook vandaag was het weer warm. Sávonds eten we in de stad op een gezellig terras.

 Dag 3  70 km. Tbilisi - Gudauri

De fietsexpeditie door Georgië begint in de hoofdstad Tbilisi en voert door het noordelijke deel van het land, waar de Kaukasus ligt, het hoogste gebergte van Europa. Op de grens met Rusland liggen enkele besneeuwde vijfduizenders die richting gaan we uit. We verlaten Tbilisi met de minibus en worden gebracht naar de Georgian Military Highway net boven Mtskheta. Ooit was dit een belangrijke handelsroute dwars door de Kaukasus die door de Russen verder verstevigd is. Omdat het de enige verbindingsweg was door de bergen en van groot strategisch belang vinden we er diverse burchten en verstevigde kloosters. Onze eerste stop is een bezoek aan het klooster van Ananuri uit de 17e eeuw. Helaas mogen we met onze blote fietsbenen niet binnen daar zijn ze hier heel streng in.  Het had weinig gescheeld of het water van de door de Sovjets aangelegde stuwdam had het klooster verzwolgen, maar een voor de Sovjet-Unie ongekend openlijk protest heeft dit voorkomen. Nu ligt er een prachtig turkoise stuwmeer te schitteren in de zon. We fietsen over een rustige weg, we hebben eerder gezien hoe men hier auto rijd, daar wil je als fietser niet tussen zitten. De weg wordt steeds steiler en net voor Gudauri zelfs pittig. Gudauri is een skioord, er worden hier hotels gebouwd het tourisme komt hier op gang.  We  zitten inmiddels in een schitterend berglandschap met prachtige vergezichten. Het klimmen gaat goed, helaas doet de warmte geen goed het maakt de rit extra zwaar. Door wat vaker van de fiets te stappen bereik ik uiteindelijk toch het eindpunt. Onderweg kwamen we veel waterbronnen tegen waar we fris water konden tappen, dat was erg aangenaam. Als we Gudauri bereiken hebben we 1300 hoogtemeters geklommen. Vanuit onze kamer hebben we een geweldig mooi uitzicht.

 Dag 4, 40 km plus 8 km door dal.   Gudauri - Kazbegi

Vandaag beklimmen we eerst de 2379m hoge Dzhvaris-pas (de Kruispas), een klim van bijna 200 m. Het is nog heerlijk fris in de vroege morgen. Onderweg stoppen we nog even bij een door de Sovjets aangelegd uitzichtpunt, een opzichtige mozaïekwand markeert het fraaie uitzichtpunt op de Gudaur-kloof en de markant gestreepte Gud-Guraberg. We bevinden ons nu in een ruig berggebied, het hart van de Kaukasus. Tot nu toe rijden we nog over asfalt. Na de afdaling van de Kruispas gaan we het Truso dal in. We nemen eerst een verkeerde afslag en steken een watertje over, wat ons natte voeten oplevert, beetje fris aan de tenen. We moeten terug en dan de brug over. We beginnen in het gehuchtje Almasani en volgen de zandweg door een nauwe kloof. Onder ons stroomt water uit de rotsen en we passeren ijzer- en zwavelhoudende bronnen. Het eerste stuk is nog te fietsen maar dan begint de ellende, grote stenen beletten ons om verder te fietsen dus sleuren we de fiets en onszelf over de keien, zo ziet een expeditie er dus uit en dit is nog maar het begin, dat beloofd nog wat te worden. Het is zwaar en af en toe loop ik in mezelf te foeteren dat het zo afzien is, tegelijkertijd bedenk ik  dat dit een ervaring is die ik niet wil missen. Het is hier zo geweldig mooi alle bloemen die bij ons in het tuincentrum staan kom je hier tegen. Op een enkele plek moeten we een beekje doorwaden. Na een korte klim hebben we een prachtig uitzicht op de witte bergreuzen en beneden ons de Truso kloof.  Aan het einde van het dal wordt de lunch geserveerd, de jeep is via een andere weg gereden die wij na de lunch terug nemen. Het blijkt een ijdele hoop om hier te fietsen de weg is iets breder maar ook voorzien van veel losse keien en grind en in de bochten zelfs gevaarlijk. Na dit dal vervolgen we fietsend de weg die lekker over asfalt afdaalt naar Kazbegi. In Kazbegi overnachten we bij een gastgezin. Na een zware klim we komen in een groot huis waar meerder generaties onderdak hebben, we hebben een grote kamer met tapijten aan de muur helaas niet erg schoon. De douche delen we met zijn allen en moeten door de kamer en de keuken van de familie om die te bereiken, helaas was er alleen koud water. We laten ons verrassen door lokale gerechten, klaargemaakt door onze gastvrouw. Ook hier wordt de tafel overladen met gerechtjes. Helaas is er buiten geen terras waar we even kunnen zitten dus hangen we over de balustrade van de veranda en genieten nog even van de avond.

Dag 5,   50 km fietsen: 360 m stijgen en dalen; 2 uur wandelen: 200 m stijgen en dalen

In de vroege morgen is het nog lekker fris:13 gr. Het eerste deel van de fietstocht vandaag begint vrij vlak door de afgelegen Snovallei die overgaat in een steil bergpad wat deels tevoet en deels op de fiets wordt betreden. Met achter ons de majestueuze Kazbeg berg Onderweg delen we “beslis” uit en worden beloond met blije kindergezichtjes. Geleidelijk wordt het steiler en op 2200 m hoogte bereiken we het bergdorpje Juta. Onderweg een herder met kudde schapen die zich te goed doen aan het malse gras op de berg. In de vallei leeft nog een grote populatie wolven die wij natuurlijk niet te zien krijgen. De inwoners van dit dorp, die tot de Khevsur behoren, hebben weinig van hun oorspronkelijke cultuur en gewoontes verloren. Zelfs op de steilste berghellingen rond het dorp wordt gehooid en op de akkertjes rond het dorp worden aardappelen verbouwd. De kachel wordt in de winter met gedroogde mest gestookt. Boven het dorp wordt het steiler wandelen we door schitterende bloemenrijke bergweiden naar de voet van Mt Chaukhebi (3852m). Via dezelfde weg keren we terug naar Juta en Kazbegi. Onderweg wordt een auto gewassen in de rivier, Bij Juta liggen stenen hoofden van schrijvers in een grasveld. Terug bij het gasthuis zitten we bij gebrek van een terras op het klaverveldje onder de inmiddels met fietskleding gevulde waslijnen en drinken we gezellig met allen een biertje

 Dag 6

40 km fietsen 600 m stijgen en dalen; 10 km wandelen/fietsen 450 m stijgen en dalen.

Het op 1800 meter gelegen bergdorp Kazbegi is het enige Georgische dorp dat zich aan de noordzijde van de waterscheiding van de Kaukasus bevindt. De omgeving is rijk aan roofvogels waaronder de steenarend, slechtvalk en gierensoorten. Alle Europese gierensoorten komen hier voor. De dag beginnen we met een korte, stevige fiets/ wandeling naar de Gergeti Trinity kerk, op een 2170m hoge top gelegen. Het is weer een steile klim die we deels fietsen en deels lopend afleggen, ook hier moet er weer over de keien worden gezeuld. Het silhouet van dit kerkje steekt scherp af tegen de besneeuwde, massieve top van de Mt Kazbegi (5033m), een lang gedoofde vulkaan. Vanaf het kerkje hebben we schitterend uitzicht op de vallei van Kazbegi en de omringende bergen. Ook in dit kerkje moeten we een rok aan en een hoofddoek op. Het is een prachtig kerkje met veel muurschilderingen. Op de terugweg glijd ik even onderuit op een steil zanderig stuk met veel stenen. Kin en knie geschaafd valt dus erg mee. Na de lunch fietsen we door de grimmige Daryalkloof, waar lammergieren broeden en de resten van een tenminste 1000 jaar oud fort prijken, naar de bergweiden aan de voet van de Devdoraki, een van de neventoppen van het Kazbegi-massief We moeten door een donkere tunnel, je ziet geen hand voor ogen, het lijkt wel of we in een koeienstal zijn beland. Het is schrikken als je in het donker ineens een paar koeien ontwaard die daar op hun gemak liggen te herkauwen, de tunnel als stal gebruikend en daar ook hun vlaaien deponeren. Dan ineens blijf ik in een gat steken waar water instaat en dan besluit ik om maar te gaan lopen, wat een nachtmerrie, trillend op de benen kom ik de tunnel uit. Zodra het erg steil wordt gaan we tevoet verder en bij een militaire post moeten we ons paspoort inleveren dat krijgen we op de terugweg weer terug. Het is weer een schitterende natuur boven op de berg, koeien snuffelen nieuwsgierig aan een fiets. Op de terugweg zien we een Lammergier. Volgens Pol kunnen we om de tunnel heen, het eerste stuk gaat goed en dan wordt de weg smaller en moet de fiets weer over de keien worden getild ook komen we hoog boven de weg uit en met behulp van een medereiziger bereiken we veilig via een steil stuk de weg. Die verder klimt naar Kazbegi waar we ook nog eens de vreselijke steile weg naar het gasthuis moeten.

 Dag 6  40 km: 600 m stijgen en 200 m dalen.

Vandaag keren we terug naar Gudauri, voor de laatste keer het steile pad naar beneden We vertrekken in verband met de hitte in de middag al om 7 uur het is dan nog lekker fris12gr. Al snel belanden we in de zon en is het zo 20 gr. Wat het weer betreft vallen we ook dit jaar in de prijzen: deze keer geen typhoon of orkaan maar een extreme hittegolf, normaal is het hier 25 gr, nu dik 40. Het eerste deel suist lekker over het asfalt, op een brug hebben de koeien de helft van de weg als stal in gebruik en moet je er met een boog omheen. Bij de eerste koffiestop is er een vreemde politie act: er stopt een politieauto en die wil gereedschap van onze chauffeur en dat nemen ze mee. Het wordt zomaar afgepakt. Het landschap is weer schitterend. Wat opvalt is dat er veel huizen leegstaan en vervallen zijn. We verlaten het Kazbegi gebied en klimmen terug over de Dzhvaris-pas naar Gudauri. Als de echte klim begint houd het asfalt op en wordt het een vreselijke gravel weg met veel stenen en kuilen waarover ik niet echt lekker vooruit kom dus besluit ik om de klim in de jeep te doen. Op de pas hebben we lunchpauze Vanaf een uitzichtpunt hebben we een wijds panorama over een kloof en zien een vale gier. Over smeltend asfalt dalen we tenslotte naar Gudauri, genieten van een warme douche en een relaxte middag.

 Dag7,  70 km fietsen  Gudauri - Kutaisi

In de vroege ochtend beginnen we aan een 70 km lange afdaling over de Military Highway naar het beginpunt van onze fietstocht. Daar staat de truck om de fietsen te vervoeren naar Kutaisi. Onderweg staan weer stalletjes waar schapenwollen mutsen worden verkocht. Ik probeer een ruilhandeltje op te zetten met beesies dat lukt natuurlijk niet maar bied wel veel plezier. Als voorbeeld draai ik een beesie om mijn vinger en meteen steken alle aanwezige vrouwen een vinger de lucht in: dat willen ze ook. Er komt een man aanlopen uit een auto die is gestopt en bedelt als een kind om een beesie. Iedereen krijgt een beesie en wij gaan weer door. Ik sta er versteld van wat ik de eerste dag heb geklommen. In een revierbedding staat een man zijn gezicht in te zepen om zich te scheren, bij de koffiestop is een soort van smeerput gemaakt voor onderhoud van de auto. Na 75 km stappen we in de bus en lunchen we in stad Gori, het geboortehuis van Stalin we bezoeken na de lunch het Stalin museum. Het standbeeld van Stalin dat op het plein in Gori stond is twee weken voor onze reis van de sokkel gehaald en in het museum gezet, het is het enige standbeeld wat nog over is. Inmiddels is het weer zinderend warm, er heerst een hittegolf van 40 gr. In de namiddag rijden we verder naar het westen dat is nog tweeënhalf uur, naar de provincie Imereti, het Land van het Gulden Vlies. Onderweg erg saai graanlandschap, het berggebied is veel mooier.Tegen de avond bereiken we Kutaisi, de tweede stad van het land. Over een smalle steile straat moet de bus naar boven richting gasthuis, ongelooflijk dat de bus hier boven kan komen. Na het eten op de veranda met uitzicht op de kermis aan de overkant beleven we een gezellige avond, er wordt zelfs gezongen.

 Dag 8

Vandaag brengen we een bezoek aan het prachtige Gelati-klooster. Het werd in de 12 eeuw door David de Bouwer gesticht en ligt prachtig in de heuvels ten noordoosten van Kutaisi. Het gehele complex met schitterende fresco’s en mozaïeken staat op de werelderfgoed lijst van de Unesco. We rijden in een kleine bus, als een kleinere bus ons passeert beleven we even een angstmoment als de bijrijder van de paserende bus probeert een fles water leeg te gooien in onze bus, de chauffeur reageert meteen boos door ondanks een naderende tegenligger het busje weer te gaan passeren gelukkig kan Pol hem stoppen, dit is niet leuk. In het klooster is het heerlijk rustig, we krijgen een privé rondleiding van Manana, onze gids. Op ons gemak kunnen we rondkijken en foto’s maken. Op de terugweg stoppen we even in de stad en dwalen even door een park, de temperatuur is al weer flink gestegen. Het is gewoon leuk om hier even mensen te kijken. Wat opvalt is dat vrouwen als straatveger met een stok met daaraan een takkenbos het straatvuil opvegen. Na de lunch hebben we een luie middag met een boek op de veranda.

 Dag 9,  75 km

Vanwege de hitte staan we om 5uur op. Met de bus worden we 3 uur rijden verder bij een stuwmeer ten noorden van Zugdidi afgezet, waar we beginnen met het tweede deel van onze fietstocht. Ondertussen is het al weer flink warm geworden. Het stuwmeer is prachtig, tot de lunch rijden we 40 km tussen de bergen door en weten dan nog niet dat dit het beste stuk van de weg is vandaag. Na de lunch gaan we klimmen, door het weelderig begroeide kloofdal van de Enguri rivier fietsen we zeer geleidelijk omhoog Svaneti in. Het wordt steeds warmer en de weg slechter, zand grind en keien plaveien ons pad en bemoeilijken de tocht. Opeens is er een nieuw stuk betonweg, dat maakt het fietsen weer een feest. Ondertussen is het zo schroeiend heet dat zelfs de schaduw van een electriciteitsdraad al als verkoelend ervaren word. Ik was van plan om de bus in te gaan maar door de beton laat ik me toch weer verleiden om 12 km tot de klim verder te gaan, achteraf een verkeerde beslissing want na een paar km is het gedaan met de beton en strompelen we over de keien weer verder. Ik begin er aardig door te raken en ben blij als ik uiteindelijk de bus in zicht krijg, voor mij eindigt hier deze uitputtingsslag. In de bus zitten is ook geen pretje je wordt helemaal door elkaar geschut. Svaneti is nooit bezet geweest door vreemde heersers en dat is ook wel aan de trotse maar gastvrije bewoners te merken. Langzaam maar zeker opent de vallei zich steeds verder en komen de besneeuwde bergreuzen weer tevoorschijn zoals de 4700 m hoge Ushba met z’n dubbele piek en in het dal zijn de eerste torens te bewonderen. De bus moet terug om Cor op te halen die zit ook helemaal stuk, bevangen door de hitte. De klim is zwaar uitputtend, je denkt dat je er bent en dan komt er weer een bocht. Om half 8 komen we pas aan in het gasthuis. Het ziet er hier heel leuk uit, een plaatje terug in de tijd, de bewoners zijn erg vriendelijk. Vandaag zijn we te gast in het groene dorpje Becho in een zijdal van de Enguri met prachtig uitzicht op de gletsjers van de Ushba.

 Dag 10,  Mestia

Over een landweg door glooiende heuvels en langs een wild stromende beek door een bos bereiken we de voet van de Ushba. Heen met de bus en tevoet terug. We komen in een prachtig dal en maken een wandeling met prachtig zicht op de Ushba met zijn besneeuwde bergtoppen. Op de terugweg worden nog vele kiekjes gemaakt van dit lieflijke landschap. Helaas verstoren grote vrachtwagens de zondagsrust en worden wij in dikke stofwolken gehuld. Het werk gaat hier gewoon door. Voordat we verder fietsen naar Mestia lunchen we eerst nog, pakken in en nemen we afscheid van ons gastgezin. Jammer om deze mooie plek te verlaten. Het eerste stuk gaat over een redelijk goede weg, het laatste stuk wordt weer slecht. Een Ossenspan trekt een zwaar beladen slede over de weg. Onderweg worden weer beesies uitgedeeld. In Mestia bezoeken we een museum, een raar gevormd gebouw wat niet echt in de omgeving past. Het is een relaxt dagje. Sávonds valt er een flinke regenbui. Mestia bezit, net als de meeste dorpen in Boven-Svaneti diverse karakteristieke wachttorens, die nog steeds privé-bezit zijn en ondanks hun ouderdom (800-1200 jaar) in opvallend goede staat verkeren. Het berglandschap, de dorpen en de 12e eeuwse wachttorens van de Svanetivallei worden sinds enkele jaren beschermd als UNESCO-Werelderfgoed.

 Dag 11,  30 km

’s Morgens maken we een fietstocht langs de Svanetische dorpen Ghamusi en Lakhiri, met een grote concentratie wachttorens. Natuurlijk moet er eerst stevig worden geklommen over een redelijk gravelpad. Opeens staan we voor een riviertje dat de weg overgaat, Ik ben op zoek naar een plekje om er zo droog mogelijk over te komen als Pol roept dat er een auto aankomt, snel terug naar het pad en vragen of ik in de auto mee  kan het water over, de chauffeur begrijpt het niet maar zijn Israëlische passagiers wel en die vinden het prima. Is dat even mazzel. De weg hier is niet echt een fietspad, niet eens een slecht fietspad noem het maar een geitenpad met veel keien, soms fietsen, soms lopen. Het laatste steile stuk brengt de bus weer redding, even instappen. Dat de bus hier kan rijden vind ik al een wonder. De bus stopt bij een prachtig uitzichtpunt, van hieruit lopen we naar het dorpje, een schilderachtig decor, weer terug in de tijd die hier lijkt stil te staan. Ook hier laten we een spoor van beesies. Het is hooitijd, overal zien we koeien die volgeladen sledes met hooi moeizaam de weg door het dorp omhoog sjouwen. We hebben ook een prachtig uitzicht op de berg Kackar. We gaan terug om de fietsen op te halen en doen een poging om door het dorpje te fietsen dat lukt niet helemaal dus gaan we een stuk terug vanwaar we weer langst akkers en hooilanden over een keienpad dat ik bijna helemaal loop naar Mestia afdalen. Voor de lunch gaan we terug naar het gasthuis en hebben een rustige middag.

 Dag  12,   44 km  Ushguli

We verlaten al vroeg deze prachtige plek en trekken weer verder de bergen in. Het is vandaag geen lange tocht maar wel een hele mooie. Het eerste stuk is dezelfde klim als gisteren dus die doe ik maar even in de bus, achteraf een goede beslissing want het werd behoorlijk steil. Het voordeel is ook dat je heerlijk rond kan kijken, op de fiets heb je alle aandacht voor de weg nodig. Op de pas hebben we een koffie stop op een mooie picknick plaats bij een bergmeertje en vanaf hier klim ik weer op de fiets. De weg wordt steeds mooier langst bloemrijke berghellingen fietsen we door een mooie kloof. Uiteindelijk bereiken we in een stille vallei het hoogstgelegen permanent bewoonde dorp van het land: het fotogenieke Ushguli. Over een smal paadje vol stenen lopen we het dorpje door naar ons gasthuis, hier is echt niet te fietsen. We logeren in een oud huis de kamertjes zijn klein en sommige hebben zelfs geen raam, vloeren lopen scheef, deuren sluiten niet. Ook hier is de douche en wc buiten en moeten we die met allen delen. Achterin de tuin is nog een ouderwetse plee: gat boven een waterje, laat hier je hoop maar varen….. Natuurlijk wil iedereen douchen, de gastheer heeft nog een oplossing: emmertje warm water en dan een mandy douche nemen in het oude plee gebouwtje, neus dicht en niet over nadenken. De keuken is ook een apart hokje in de tuin. Buiten is een kraan met bronwater, lekker makkelijk. Ook hier een moestuin met veel aardappels en groenten. Letterlijk het hoogtepunt van deze fietstocht. Vanuit onze gastboerderij hebben we een adembenemend uitzicht op de hoogste berg van Georgië, de Skhara (5068m). Ushguli en de omliggende vallei staan ook op de UNESCO-Werelderfgoedlijst.

 Dag 13,  20 km fietsen/wandelen

De dag begint al goed: als we om half 6 buiten staan horen we dat er geen water en geen stroom is, klein probleempje. Dan maar eerst een bezoek aan de plee. Een nood aggregaat wordt opgestart en dan brand er een klein lampje in de eetkamer. We gaan vroeg op pad richting de gletsjer van de Skhara, de hoogste berg van Georgië maar zien hoe ver we komen. Het dorp is een grote koeienstal, koeien komen van de berg af om te worden gemolken, elke koe kent zijn eigen weg en markeert zijn pad met flinke vlaaien die in de loop van de dag wel weer drogen maar die we nu niet tussen de tenen willen hebben. Het pad loopt ook flink omhoog dus eerst is het weer flink klunen van steen naar steen tussen de verse vlaaien door. Via de 12e eeuwse Lamariakerk, die buiten het dorp op een heuvel staat, fietsen we door een brede vallei naar de gletsjer. Bij het eerste beekje besluiten wij om niet verder het dal in te gaan. Vanaf hier hebben we een prachtig gezicht op de gletsjer De  bergweide is rijk getooid met bloemen, een waar eldorado voor de liefhebber. Ik ga eens rustig rondkijken wat hier allemaal staat. Veel soorten hebben wij in de tuin, bv. ridderspoor, Zeeuwse knoop, inulla, gentiaan en nog veel meer. Naarmate de zon rijst, worden de kleuren op de berg steeds mooier, bloemen openen zich en insecten komen tot leven en ook de temperatuur begint weer aardig op te lopen. Ook het dagelijkse leven komt hier op gang, mensen te voet en te paard die hun hooilandje gaan opzoeken getuige de gereedschappen die ze bij zich hebben. Sommige paarden worden angstig als ze ons en onze fietsen in het vizier krijgen. Tegen de middag gaan we rustig terug richting Ushguli, ik dwaal even door het dorp en als iedereen terug is wordt er gezamenlijk geluncht. Achter in de middag gaan we de Lamariakerk bezoeken, een prachtig kerkje met mooie muurschilderingen. Daarna geeft Manana ons nog een rondleiding door de oude stad, klimmen we een berg op naar een oude toren en hebben mooi uitzicht over het dorp en ons gasthuis.

 Dag 14,  Lentheki  75 km: 450 m stijgen en 750 m dalen

Na een rumoerig nachtje ( er heerst een virusje in de groep) gaat Cor ziek de bus in hij voelt zich niet fit om te fietsen. De fietstocht vandaag begint met de laatste klim naar een pas van 2600 m.  Eerst moeten we het koeienstal dorp weer uitklauteren tot aan de weg is het slalommen rond de koeienvlaaien Vandaar kunnen we naar het noorden nog een laatste blik werpen op de bergreuzen van het grensgebied met Rusland. Achter de heuvels verscholen ligt de lbrus, de hoogste berg van Europa. Daarna volgt een spectaculaire afdaling naar het dal van de Tskhenistskali rivier. De afdaling is steil en gaat over de grootste keien die we tot nu toe hebben gehad. De natuur is overweldigend mooi, zoiets zien we waarschijnlijk nooit meer. Cor is het gehobbel helemaal zat, voelt zich ook weer iets fitter en stapt weer op de fiets. Ik ga voor de veiligheid de bus in alhoewel over dit pad weet ik niet of het echt wel zo veilig is, wij zouden er niet aan denken om hier met een auto of wat dan ook te gaan rijden. De buschauffeur  toont hier zijn kunsten en krijgt een welverdiend applaus als hij de bus heelhuids beneden heeft gebracht,  die is nu wel aan sigaretje toe. Onderweg wordt meerdere malen gestopt en wordt ik zowat uit de bus gesleurd door Pol want: dit moet je echt filmen, wat enthiausiast is hij toch het is ook werkelijk een sprookje. Als het pad weer iets vlakker wordt stap ik ook weer op de fiets, ik moet toch ook nog even van dit moois op de fiets genieten. Ondanks de hitte kunnen we vandaag aardig doorfietsen. Laat  in de middag arriveren we in Lentheki, onze eindbestemming vandaag  gelegen in de Lage Svaneti. We drinken wat en moeten dan naar een ander huis om te slapen, eten doen we gezamenlijk. Wij komen met 5 man in een ander huis bij heel lieve mensen. Er wordt meteen een tafeltje gedekt op de veranda met cake en katjapoura, en schaal pruimen en zelfs een flesje wodka ontbreekt niet, veel te veel want over een uur gaan we in het andere huis eten. Cor gaat niet mee om te eten, hij voelt zich nog niet helemaal lekker. Er wordt koele cola voor hem gehaald en met een boek kruipt hij in de hangmat. Aangekomen in het andere huis staat de tafel al weer afgeladen op ons te wachten.  Tijdens het eten valt ook hier de stroom uit en worden er kaarsen op tafel gezet. Na het eten lopen we moe maar voldaan even door het dorp en kijken wat daar zoal rondhangt, vooral veel jeugd, jongens en meisjes staan gescheiden van elkaar in afwachting tot de stroom weer opgang komt en zij weer van de muziek kunnen genieten. In de straat van ons gasthuis maken we een praatje voor zover dat gaat met de buurman die voor zijn huis de koe te eten geeft. Onze gastvrouw zit op een bankje tegenover het huis en staat meteen op als wij de poort ingaan, zij beduidt dat Cor moet eten? Wij proberen haar te vertellen wat er aan de hand is, zij begrijpt het meteen en heeft de oplossing: mastina eten,= een soort yoghurt, en een borrel drinken, dat is het minst erge, als ze echter ook nog met een bos gedroogde kruiden aan komt zetten wordt het een beetje teveel van het goede, dat hoeft allemaal niet. Haar middeltje werkt wel, als dank krijgt ze beesies en is als een kind zo blij.

 Dag 15, 90 km   Kutaisi

Ook Vandaag is het weer om 5 uur opstaan voor de laatste fietsdag. Op de veranda is de tafel gedekt voor het ontbijt,als je ziet wat er opstaat zou je denken dat we aan het avondmaal gaan beginnen. Hoewel het voor ons niet het juiste tijdstip is staat ook het flesje wodka weer op tafel. Na het ontbijt nemen we hartelijk afscheid van onze lieve gastvrouw, krijgen een tas pruimen mee en het flesje wodka, lekker in de bidon hahaha. Tot aan Stageri dalen we geleidelijk af door een kloofdal over een heerlijke asfaltweg. Dan weet Pol een andere weg, die gaat meteen tegen de berg op en blijkt langer te klimmen dan hij had ingeschat, het laatste stuk stap ik even in de bus. Op de pas hebben we een koffiestop en dan rest ons de afdaling. Helaas zijn we weer op de keien beland dus wordt het niet bepaald een feestje, ook hier ga ik weer stukken lopen als het steil naar beneden is, ik ga niet als een soort steenbok over de keien denderen dat vind ik doodeng. Al snel is het weer erg warm. We rijden weer door een mooie kloof, na 65 km en het grootste gedeelte over de keien houd ik het voor gezien en ga de bus in. Onderweg hebben fietsers een duik genomen in de rivier. Er waren vandaag 2 valpartijen, jammer op de laatste fietsdag. In de verte ligt Kutaisi het eindpunt van onze fietstocht. Voor we in het gasthuis zijn moet er nog een steile helling worden genomen, heerlijk om dat in de bus te doen. Moe maar voldaan bereiken we het eindpunt, het was een zware maar o zo mooie toer.

 Dag 16

In de ochtend rijden we per bus in ca 4 uur naar Tbilisi terug. Onderweg kunnen we de stad Mtskheta bezoeken, waar de belangrijkste kathedraal van het land ligt: de 11e eeuwse Svetitskhoveli kathedraal. We krijgen een half uur om de mooie kathedraal te bezoeken. Terug in Tbilisi gaan we eerst de fietsen inpakken die gaan dan meteen de vrachtwagen weer in. Dan hebben we nog een klein uurtje voor we de stad ingaan en een terras opzoeken, sluiten de reis af met een heerlijke maaltijd op hetzelfde terras als vorige keer. Na het eten lopen we naar het hotel en gaan nog een paar uur van onze mooie kamer genieten. Om kwart voor een moeten we uitbed en om half twee gaan we richting vliegveld voor de thuisreis. We kunnen weer terugkijken naar een zware maar fantaschtische tocht, een ware expeditie.

 

 Zodra de eerste maanden van het jaar verstreken zijn worden we weer bestookt met de vragen:

waar gaan jullie dit jaar fietsen? …..in Georgie. Waar ligt dat?

Hoe kom je erbij om naar Georgie te gaan? ….. tja we wilde naar Kirgizie maar dat gaat vanwege de onrusten daar niet door.

Maar hoe kom je dan aan Kirgizie?.... nou dat zit zo: wij fietsten vorig jaar in Cuba en hadden mede reizigers die gefietst hebben in Kirgizie en een gids die de reis heeft uitgezet. Zij hebben ons min of meer overgehaald………….. en zo is het begonnen

Over Georgië

Het land tussen de Zwarte en Kaspische Zee ligt op één van de belangrijkste routes tussen Europa en Azië en heeft in het verleden vele volkeren voorbij zien trekken. Het behoort tot ’s werelds meest gecompliceerde etnische gebieden. Het is een jong land, net als de andere staten in de Kaukasus: Azerbeidzjan en Armenië. Het gebied dat nu West-Georgië is, werd door de Grieken gekoloniseerd rond de 8e eeuw voor Christus. Anatolische stammen uit Turkije trokken een eeuw later de oostelijke regio binnen. Na enkele roerige eeuwen werden een aantal onafhankelijke Armeense staten samengevoegd tot belangrijke macht in het Oost-Romeinse Rijk, van de Kaspische Zee tot centraal Turkije, met een groot deel van het huidige Georgië binnen de grenzen.

 De man van staal

Rond het jaar 400 werd West-Armenië, waaronder West-Georgië, opgeslokt door het enorme Byzantijnse Rijk. Het oostelijke deel kwam onder Perzische controle tot de islamitische Arabieren halverwege de 7e eeuw een emiraat vestigden in Tbilisi. De verovering door de Turken in 1060 maakte een einde aan een periode van wisselende controle door Byzantijnen en Arabieren. Velen vluchtten door deze verovering naar het voornamelijk christelijke Georgië. Het grootste dele van wat nu Georgië is was destijds bekend onder de naam Iveria. Er volgde een gouden tijdperk voor Georgië, waarvan de macht zich uitstrekte van West-Azerbeidzjan tot Oost-Turkije. Deze stabiele periode was echter van korte duur. Er volgde een tijdperk van verschillende machten die streden om controle van het gebied, waaronder Mongolen, Perzen en Ottomaanse Turken. Uiteindelijk waren het de Russen die het gebied annexeerden. Georgië ontwikkelde zich en het nationalisme groeide. Iosif Dzhugshvili was lid van de Georgische socialistische beweging. Hij veranderde zijn naam later in ‘de man van staal’, in het Georgisch Stalin.

 Natuur

De lagergelegen gebieden zijn extensief voor de landbouw geschikt gemaakt en herbergen nog maar weinig van het oorspronkelijke wildleven. In de alpiene gebieden komen echter nog marmotten en berggeiten voor. Wolven, vossen, lynxen en herten bevolken de bossen. De dierenwereld wordt verder o.a. vertegenwoordigd door adelaar, havik, valk, zalm en forel. De Georgische vegetatie is rijk en divers, met vele endemische soorten. Ongeveer een derde van het land is bedekt met bos. In de lagergelegen delen vindt men vooral eiken en kastanjebomen, hogerop naaldbomen. Boven de 1900m komen alpenweiden voor. Op de vlakten van het Zuid-Georgische hoogland vindt men minder bos, maar meer struikgewas en graslanden. Het landschap wordt gedomineerd door gecultiveerde planten als theeplanten, fruitbomen en wijnranken.

Klimaat

Georgië kent diverse klimaten. In het westelijke laagland, langs de Zwarte Zee heerst een warm en vochtig Mediterraan klimaat, met temperaturen die in de zomer tot boven de 30º kunnen oplopen. Het binnenland heeft een uitgesproken landklimaat met warme droge zomers. Oostelijk en zuidelijk van Tbilisi resulteert dit zelfs in een half-woestijnachtig landschap, waar alleen in de winter neerslag valt. De meeste fietstochten vinden plaats in de Kaukasus, waar het landklimaat, naarmate we hoger komen, plaatsmaakt voor een bergklimaat met grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht, schaduw- en zonzijde, berg en dal. Zo kan het in de valleien gemakkelijk rond de 25º worden, terwijl hoger in de bergen bij een koude wind of mist de temperatuur bij 15º blijft steken. De nachten kunnen hier flink afkoelen. Het weerbeeld is hier instabieler en er is altijd kans op een regenachtige dag, of een fikse regenbui. We bevinden ons echter aan de zuidzijde van de Kaukasus, waar het weerbeeld over het algemeen veel zonniger en droger is aan de noordzijde.

 Georgië, de kaukasus route

Georgië, het land aan de zonnige zuidzijde van de Kaukasus. De Zijde route vormde hier eens de verbinding tussen Europa en Azië. Het is een land van ongekende landschappelijke schoonheden, maar ook van een rijke historie en cultureel erfgoed. Deze fietsexpeditie door Georgië begint in de hoofdstad Tbilisi en voert door het noordelijke deel van het land, waar de Kaukasus ligt, het hoogste gebergte van Europa. Op de grens met Rusland liggen enkele besneeuwde vijfduizenders als de Kazbek, de Usba en de Skhara. Onderweg passeren we idyllische boerendorpjes waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Op markante punten zien we christelijke kerken als burchten tegen de rotsen gekleefd. In Svaneti in het noordwesten van Georgië bestaan de dorpjes uit tientallen wachttorens omgeven door leistenen huizen. Met trots tonen de bewoners, de Svan, ons hun mysterieuze 800 jaar oude torens en even zo oude kerkjes, die op de meest fotogenieke plekken liggen. Rondfietsend zien we nog vervallen overblijfselen uit de Sovjettijd. Het trotse Georgië wil graag onafhankelijk zijn van Rusland en zich bij de Europese Unie aansluiten. Op deze reis maken we niet alleen prachtige fietstochten, maar bezoeken we ook de culturele hoogtepunten: de kloosters aan de Militarian Highway, de prachtige hoofdstad Tbilisi en de kerken en kloosters rond Kutaisi, waar Jason en zijn Argonauten op zoek gingen naar het Gulden Vlies. We  overnachten in pensions, hotels en bij de Georgiërs thuis, waar we kennis zullen maken met de gastvrijheid en de overvloedige Georgische keuken en de Georgische wijnen. Zo leren we de bergbewoners van Kazbegi en Svaneti van heel dichtbij kennen.

Dag 1

Vlucht van Amsterdam naar Tbilisi.

Om 4 uur s’morgens moeten we ons op schiphol melden, dat is een erg vroeg begin van de dag. We maken kennis met de groep en via Istanboel vliegen we naar Tbilisi waar ons een “warm” welkom wacht het is al 36 gr. Bus en vrachtwagen voor de fietsen staan al klaar voor vervoer naar het Hotel. ’s Avonds dineren we in een traditioneel Georgisch restaurant en maken kennis met de Georgische gerechten die overvloedig op tafel komen, het wordt een gezellige avond

Dag 2

In de ochtend bezoeken we de binnenstad van Tbilisi, eens een pleisterplaats op de zijderoute naar China. Het oude centrum is niet groot maar we vinden er verschillende prachtige gebouwen waaronder de 13e eeuwse Metekhikerk, die op een klif boven de Mtkvari-rivier ligt. We brengen ook een bezoekje aan een bakkerij en zien daar hoe het brood wordt gebakken in ronde ovens, de bakker vertoont zijn broodbakkunst.  Een wandeling maakt duidelijk dat deze stad een bewogen geschiedenis heeft gekend. Via smal steegje met trapjes naar beneden langst de Turkse sulferbaden, de Sionikathedraal en de Synagoge die veel indruk op ons maakt lopen we naar het nieuwere deel waar we op een sfeervol terras onze lunch nuttigen. Na deze excursie gaan we naar het hotel om de fietsen rijklaar te maken. ’s Middags gaan we de goudschat gaan bekijken in het Georgische Staatmuseum. Er staan en hangen hier schitterende iconen. Zouden de Argonauten en het Gulden Vlies echt bestaan hebben? Ook vandaag was het weer warm. Sávonds eten we in de stad op een gezellig terras.

 Dag 3  70 km. Tbilisi - Gudauri

De fietsexpeditie door Georgië begint in de hoofdstad Tbilisi en voert door het noordelijke deel van het land, waar de Kaukasus ligt, het hoogste gebergte van Europa. Op de grens met Rusland liggen enkele besneeuwde vijfduizenders die richting gaan we uit. We verlaten Tbilisi met de minibus en worden gebracht naar de Georgian Military Highway net boven Mtskheta. Ooit was dit een belangrijke handelsroute dwars door de Kaukasus die door de Russen verder verstevigd is. Omdat het de enige verbindingsweg was door de bergen en van groot strategisch belang vinden we er diverse burchten en verstevigde kloosters. Onze eerste stop is een bezoek aan het klooster van Ananuri uit de 17e eeuw. Helaas mogen we met onze blote fietsbenen niet binnen daar zijn ze hier heel streng in.  Het had weinig gescheeld of het water van de door de Sovjets aangelegde stuwdam had het klooster verzwolgen, maar een voor de Sovjet-Unie ongekend openlijk protest heeft dit voorkomen. Nu ligt er een prachtig turkoise stuwmeer te schitteren in de zon. We fietsen over een rustige weg, we hebben eerder gezien hoe men hier auto rijd, daar wil je als fietser niet tussen zitten. De weg wordt steeds steiler en net voor Gudauri zelfs pittig. Gudauri is een skioord, er worden hier hotels gebouwd het tourisme komt hier op gang.  We  zitten inmiddels in een schitterend berglandschap met prachtige vergezichten. Het klimmen gaat goed, helaas doet de warmte geen goed het maakt de rit extra zwaar. Door wat vaker van de fiets te stappen bereik ik uiteindelijk toch het eindpunt. Onderweg kwamen we veel waterbronnen tegen waar we fris water konden tappen, dat was erg aangenaam. Als we Gudauri bereiken hebben we 1300 hoogtemeters geklommen. Vanuit onze kamer hebben we een geweldig mooi uitzicht.

 Dag 4, 40 km plus 8 km door dal.   Gudauri - Kazbegi

Vandaag beklimmen we eerst de 2379m hoge Dzhvaris-pas (de Kruispas), een klim van bijna 200 m. Het is nog heerlijk fris in de vroege morgen. Onderweg stoppen we nog even bij een door de Sovjets aangelegd uitzichtpunt, een opzichtige mozaïekwand markeert het fraaie uitzichtpunt op de Gudaur-kloof en de markant gestreepte Gud-Guraberg. We bevinden ons nu in een ruig berggebied, het hart van de Kaukasus. Tot nu toe rijden we nog over asfalt. Na de afdaling van de Kruispas gaan we het Truso dal in. We nemen eerst een verkeerde afslag en steken een watertje over, wat ons natte voeten oplevert, beetje fris aan de tenen. We moeten terug en dan de brug over. We beginnen in het gehuchtje Almasani en volgen de zandweg door een nauwe kloof. Onder ons stroomt water uit de rotsen en we passeren ijzer- en zwavelhoudende bronnen. Het eerste stuk is nog te fietsen maar dan begint de ellende, grote stenen beletten ons om verder te fietsen dus sleuren we de fiets en onszelf over de keien, zo ziet een expeditie er dus uit en dit is nog maar het begin, dat beloofd nog wat te worden. Het is zwaar en af en toe loop ik in mezelf te foeteren dat het zo afzien is, tegelijkertijd bedenk ik  dat dit een ervaring is die ik niet wil missen. Het is hier zo geweldig mooi alle bloemen die bij ons in het tuincentrum staan kom je hier tegen. Op een enkele plek moeten we een beekje doorwaden. Na een korte klim hebben we een prachtig uitzicht op de witte bergreuzen en beneden ons de Truso kloof.  Aan het einde van het dal wordt de lunch geserveerd, de jeep is via een andere weg gereden die wij na de lunch terug nemen. Het blijkt een ijdele hoop om hier te fietsen de weg is iets breder maar ook voorzien van veel losse keien en grind en in de bochten zelfs gevaarlijk. Na dit dal vervolgen we fietsend de weg die lekker over asfalt afdaalt naar Kazbegi. In Kazbegi overnachten we bij een gastgezin. Na een zware klim we komen in een groot huis waar meerder generaties onderdak hebben, we hebben een grote kamer met tapijten aan de muur helaas niet erg schoon. De douche delen we met zijn allen en moeten door de kamer en de keuken van de familie om die te bereiken, helaas was er alleen koud water. We laten ons verrassen door lokale gerechten, klaargemaakt door onze gastvrouw. Ook hier wordt de tafel overladen met gerechtjes. Helaas is er buiten geen terras waar we even kunnen zitten dus hangen we over de balustrade van de veranda en genieten nog even van de avond.

Dag 5,   50 km fietsen: 360 m stijgen en dalen; 2 uur wandelen: 200 m stijgen en dalen

In de vroege morgen is het nog lekker fris:13 gr. Het eerste deel van de fietstocht vandaag begint vrij vlak door de afgelegen Snovallei die overgaat in een steil bergpad wat deels tevoet en deels op de fiets wordt betreden. Met achter ons de majestueuze Kazbeg berg Onderweg delen we “beslis” uit en worden beloond met blije kindergezichtjes. Geleidelijk wordt het steiler en op 2200 m hoogte bereiken we het bergdorpje Juta. Onderweg een herder met kudde schapen die zich te goed doen aan het malse gras op de berg. In de vallei leeft nog een grote populatie wolven die wij natuurlijk niet te zien krijgen. De inwoners van dit dorp, die tot de Khevsur behoren, hebben weinig van hun oorspronkelijke cultuur en gewoontes verloren. Zelfs op de steilste berghellingen rond het dorp wordt gehooid en op de akkertjes rond het dorp worden aardappelen verbouwd. De kachel wordt in de winter met gedroogde mest gestookt. Boven het dorp wordt het steiler wandelen we door schitterende bloemenrijke bergweiden naar de voet van Mt Chaukhebi (3852m). Via dezelfde weg keren we terug naar Juta en Kazbegi. Onderweg wordt een auto gewassen in de rivier, Bij Juta liggen stenen hoofden van schrijvers in een grasveld. Terug bij het gasthuis zitten we bij gebrek van een terras op het klaverveldje onder de inmiddels met fietskleding gevulde waslijnen en drinken we gezellig met allen een biertje

 Dag 6

40 km fietsen 600 m stijgen en dalen; 10 km wandelen/fietsen 450 m stijgen en dalen.

Het op 1800 meter gelegen bergdorp Kazbegi is het enige Georgische dorp dat zich aan de noordzijde van de waterscheiding van de Kaukasus bevindt. De omgeving is rijk aan roofvogels waaronder de steenarend, slechtvalk en gierensoorten. Alle Europese gierensoorten komen hier voor. De dag beginnen we met een korte, stevige fiets/ wandeling naar de Gergeti Trinity kerk, op een 2170m hoge top gelegen. Het is weer een steile klim die we deels fietsen en deels lopend afleggen, ook hier moet er weer over de keien worden gezeuld. Het silhouet van dit kerkje steekt scherp af tegen de besneeuwde, massieve top van de Mt Kazbegi (5033m), een lang gedoofde vulkaan. Vanaf het kerkje hebben we schitterend uitzicht op de vallei van Kazbegi en de omringende bergen. Ook in dit kerkje moeten we een rok aan en een hoofddoek op. Het is een prachtig kerkje met veel muurschilderingen. Op de terugweg glijd ik even onderuit op een steil zanderig stuk met veel stenen. Kin en knie geschaafd valt dus erg mee. Na de lunch fietsen we door de grimmige Daryalkloof, waar lammergieren broeden en de resten van een tenminste 1000 jaar oud fort prijken, naar de bergweiden aan de voet van de Devdoraki, een van de neventoppen van het Kazbegi-massief We moeten door een donkere tunnel, je ziet geen hand voor ogen, het lijkt wel of we in een koeienstal zijn beland. Het is schrikken als je in het donker ineens een paar koeien ontwaard die daar op hun gemak liggen te herkauwen, de tunnel als stal gebruikend en daar ook hun vlaaien deponeren. Dan ineens blijf ik in een gat steken waar water instaat en dan besluit ik om maar te gaan lopen, wat een nachtmerrie, trillend op de benen kom ik de tunnel uit. Zodra het erg steil wordt gaan we tevoet verder en bij een militaire post moeten we ons paspoort inleveren dat krijgen we op de terugweg weer terug. Het is weer een schitterende natuur boven op de berg, koeien snuffelen nieuwsgierig aan een fiets. Op de terugweg zien we een Lammergier. Volgens Pol kunnen we om de tunnel heen, het eerste stuk gaat goed en dan wordt de weg smaller en moet de fiets weer over de keien worden getild ook komen we hoog boven de weg uit en met behulp van een medereiziger bereiken we veilig via een steil stuk de weg. Die verder klimt naar Kazbegi waar we ook nog eens de vreselijke steile weg naar het gasthuis moeten.

 Dag 6  40 km: 600 m stijgen en 200 m dalen.

Vandaag keren we terug naar Gudauri, voor de laatste keer het steile pad naar beneden We vertrekken in verband met de hitte in de middag al om 7 uur het is dan nog lekker fris12gr. Al snel belanden we in de zon en is het zo 20 gr. Wat het weer betreft vallen we ook dit jaar in de prijzen: deze keer geen typhoon of orkaan maar een extreme hittegolf, normaal is het hier 25 gr, nu dik 40. Het eerste deel suist lekker over het asfalt, op een brug hebben de koeien de helft van de weg als stal in gebruik en moet je er met een boog omheen. Bij de eerste koffiestop is er een vreemde politie act: er stopt een politieauto en die wil gereedschap van onze chauffeur en dat nemen ze mee. Het wordt zomaar afgepakt. Het landschap is weer schitterend. Wat opvalt is dat er veel huizen leegstaan en vervallen zijn. We verlaten het Kazbegi gebied en klimmen terug over de Dzhvaris-pas naar Gudauri. Als de echte klim begint houd het asfalt op en wordt het een vreselijke gravel weg met veel stenen en kuilen waarover ik niet echt lekker vooruit kom dus besluit ik om de klim in de jeep te doen. Op de pas hebben we lunchpauze Vanaf een uitzichtpunt hebben we een wijds panorama over een kloof en zien een vale gier. Over smeltend asfalt dalen we tenslotte naar Gudauri, genieten van een warme douche en een relaxte middag.

 Dag7,  70 km fietsen  Gudauri - Kutaisi

In de vroege ochtend beginnen we aan een 70 km lange afdaling over de Military Highway naar het beginpunt van onze fietstocht. Daar staat de truck om de fietsen te vervoeren naar Kutaisi. Onderweg staan weer stalletjes waar schapenwollen mutsen worden verkocht. Ik probeer een ruilhandeltje op te zetten met beesies dat lukt natuurlijk niet maar bied wel veel plezier. Als voorbeeld draai ik een beesie om mijn vinger en meteen steken alle aanwezige vrouwen een vinger de lucht in: dat willen ze ook. Er komt een man aanlopen uit een auto die is gestopt en bedelt als een kind om een beesie. Iedereen krijgt een beesie en wij gaan weer door. Ik sta er versteld van wat ik de eerste dag heb geklommen. In een revierbedding staat een man zijn gezicht in te zepen om zich te scheren, bij de koffiestop is een soort van smeerput gemaakt voor onderhoud van de auto. Na 75 km stappen we in de bus en lunchen we in stad Gori, het geboortehuis van Stalin we bezoeken na de lunch het Stalin museum. Het standbeeld van Stalin dat op het plein in Gori stond is twee weken voor onze reis van de sokkel gehaald en in het museum gezet, het is het enige standbeeld wat nog over is. Inmiddels is het weer zinderend warm, er heerst een hittegolf van 40 gr. In de namiddag rijden we verder naar het westen dat is nog tweeënhalf uur, naar de provincie Imereti, het Land van het Gulden Vlies. Onderweg erg saai graanlandschap, het berggebied is veel mooier.Tegen de avond bereiken we Kutaisi, de tweede stad van het land. Over een smalle steile straat moet de bus naar boven richting gasthuis, ongelooflijk dat de bus hier boven kan komen. Na het eten op de veranda met uitzicht op de kermis aan de overkant beleven we een gezellige avond, er wordt zelfs gezongen.

 Dag 8

Vandaag brengen we een bezoek aan het prachtige Gelati-klooster. Het werd in de 12 eeuw door David de Bouwer gesticht en ligt prachtig in de heuvels ten noordoosten van Kutaisi. Het gehele complex met schitterende fresco’s en mozaïeken staat op de werelderfgoed lijst van de Unesco. We rijden in een kleine bus, als een kleinere bus ons passeert beleven we even een angstmoment als de bijrijder van de paserende bus probeert een fles water leeg te gooien in onze bus, de chauffeur reageert meteen boos door ondanks een naderende tegenligger het busje weer te gaan passeren gelukkig kan Pol hem stoppen, dit is niet leuk. In het klooster is het heerlijk rustig, we krijgen een privé rondleiding van Manana, onze gids. Op ons gemak kunnen we rondkijken en foto’s maken. Op de terugweg stoppen we even in de stad en dwalen even door een park, de temperatuur is al weer flink gestegen. Het is gewoon leuk om hier even mensen te kijken. Wat opvalt is dat vrouwen als straatveger met een stok met daaraan een takkenbos het straatvuil opvegen. Na de lunch hebben we een luie middag met een boek op de veranda.

 Dag 9,  75 km

Vanwege de hitte staan we om 5uur op. Met de bus worden we 3 uur rijden verder bij een stuwmeer ten noorden van Zugdidi afgezet, waar we beginnen met het tweede deel van onze fietstocht. Ondertussen is het al weer flink warm geworden. Het stuwmeer is prachtig, tot de lunch rijden we 40 km tussen de bergen door en weten dan nog niet dat dit het beste stuk van de weg is vandaag. Na de lunch gaan we klimmen, door het weelderig begroeide kloofdal van de Enguri rivier fietsen we zeer geleidelijk omhoog Svaneti in. Het wordt steeds warmer en de weg slechter, zand grind en keien plaveien ons pad en bemoeilijken de tocht. Opeens is er een nieuw stuk betonweg, dat maakt het fietsen weer een feest. Ondertussen is het zo schroeiend heet dat zelfs de schaduw van een electriciteitsdraad al als verkoelend ervaren word. Ik was van plan om de bus in te gaan maar door de beton laat ik me toch weer verleiden om 12 km tot de klim verder te gaan, achteraf een verkeerde beslissing want na een paar km is het gedaan met de beton en strompelen we over de keien weer verder. Ik begin er aardig door te raken en ben blij als ik uiteindelijk de bus in zicht krijg, voor mij eindigt hier deze uitputtingsslag. In de bus zitten is ook geen pretje je wordt helemaal door elkaar geschut. Svaneti is nooit bezet geweest door vreemde heersers en dat is ook wel aan de trotse maar gastvrije bewoners te merken. Langzaam maar zeker opent de vallei zich steeds verder en komen de besneeuwde bergreuzen weer tevoorschijn zoals de 4700 m hoge Ushba met z’n dubbele piek en in het dal zijn de eerste torens te bewonderen. De bus moet terug om Cor op te halen die zit ook helemaal stuk, bevangen door de hitte. De klim is zwaar uitputtend, je denkt dat je er bent en dan komt er weer een bocht. Om half 8 komen we pas aan in het gasthuis. Het ziet er hier heel leuk uit, een plaatje terug in de tijd, de bewoners zijn erg vriendelijk. Vandaag zijn we te gast in het groene dorpje Becho in een zijdal van de Enguri met prachtig uitzicht op de gletsjers van de Ushba.

 Dag 10,  Mestia

Over een landweg door glooiende heuvels en langs een wild stromende beek door een bos bereiken we de voet van de Ushba. Heen met de bus en tevoet terug. We komen in een prachtig dal en maken een wandeling met prachtig zicht op de Ushba met zijn besneeuwde bergtoppen. Op de terugweg worden nog vele kiekjes gemaakt van dit lieflijke landschap. Helaas verstoren grote vrachtwagens de zondagsrust en worden wij in dikke stofwolken gehuld. Het werk gaat hier gewoon door. Voordat we verder fietsen naar Mestia lunchen we eerst nog, pakken in en nemen we afscheid van ons gastgezin. Jammer om deze mooie plek te verlaten. Het eerste stuk gaat over een redelijk goede weg, het laatste stuk wordt weer slecht. Een Ossenspan trekt een zwaar beladen slede over de weg. Onderweg worden weer beesies uitgedeeld. In Mestia bezoeken we een museum, een raar gevormd gebouw wat niet echt in de omgeving past. Het is een relaxt dagje. Sávonds valt er een flinke regenbui. Mestia bezit, net als de meeste dorpen in Boven-Svaneti diverse karakteristieke wachttorens, die nog steeds privé-bezit zijn en ondanks hun ouderdom (800-1200 jaar) in opvallend goede staat verkeren. Het berglandschap, de dorpen en de 12e eeuwse wachttorens van de Svanetivallei worden sinds enkele jaren beschermd als UNESCO-Werelderfgoed.

 Dag 11,  30 km

’s Morgens maken we een fietstocht langs de Svanetische dorpen Ghamusi en Lakhiri, met een grote concentratie wachttorens. Natuurlijk moet er eerst stevig worden geklommen over een redelijk gravelpad. Opeens staan we voor een riviertje dat de weg overgaat, Ik ben op zoek naar een plekje om er zo droog mogelijk over te komen als Pol roept dat er een auto aankomt, snel terug naar het pad en vragen of ik in de auto mee  kan het water over, de chauffeur begrijpt het niet maar zijn Israëlische passagiers wel en die vinden het prima. Is dat even mazzel. De weg hier is niet echt een fietspad, niet eens een slecht fietspad noem het maar een geitenpad met veel keien, soms fietsen, soms lopen. Het laatste steile stuk brengt de bus weer redding, even instappen. Dat de bus hier kan rijden vind ik al een wonder. De bus stopt bij een prachtig uitzichtpunt, van hieruit lopen we naar het dorpje, een schilderachtig decor, weer terug in de tijd die hier lijkt stil te staan. Ook hier laten we een spoor van beesies. Het is hooitijd, overal zien we koeien die volgeladen sledes met hooi moeizaam de weg door het dorp omhoog sjouwen. We hebben ook een prachtig uitzicht op de berg Kackar. We gaan terug om de fietsen op te halen en doen een poging om door het dorpje te fietsen dat lukt niet helemaal dus gaan we een stuk terug vanwaar we weer langst akkers en hooilanden over een keienpad dat ik bijna helemaal loop naar Mestia afdalen. Voor de lunch gaan we terug naar het gasthuis en hebben een rustige middag.

 Dag  12,   44 km  Ushguli

We verlaten al vroeg deze prachtige plek en trekken weer verder de bergen in. Het is vandaag geen lange tocht maar wel een hele mooie. Het eerste stuk is dezelfde klim als gisteren dus die doe ik maar even in de bus, achteraf een goede beslissing want het werd behoorlijk steil. Het voordeel is ook dat je heerlijk rond kan kijken, op de fiets heb je alle aandacht voor de weg nodig. Op de pas hebben we een koffie stop op een mooie picknick plaats bij een bergmeertje en vanaf hier klim ik weer op de fiets. De weg wordt steeds mooier langst bloemrijke berghellingen fietsen we door een mooie kloof. Uiteindelijk bereiken we in een stille vallei het hoogstgelegen permanent bewoonde dorp van het land: het fotogenieke Ushguli. Over een smal paadje vol stenen lopen we het dorpje door naar ons gasthuis, hier is echt niet te fietsen. We logeren in een oud huis de kamertjes zijn klein en sommige hebben zelfs geen raam, vloeren lopen scheef, deuren sluiten niet. Ook hier is de douche en wc buiten en moeten we die met allen delen. Achterin de tuin is nog een ouderwetse plee: gat boven een waterje, laat hier je hoop maar varen….. Natuurlijk wil iedereen douchen, de gastheer heeft nog een oplossing: emmertje warm water en dan een mandy douche nemen in het oude plee gebouwtje, neus dicht en niet over nadenken. De keuken is ook een apart hokje in de tuin. Buiten is een kraan met bronwater, lekker makkelijk. Ook hier een moestuin met veel aardappels en groenten. Letterlijk het hoogtepunt van deze fietstocht. Vanuit onze gastboerderij hebben we een adembenemend uitzicht op de hoogste berg van Georgië, de Skhara (5068m). Ushguli en de omliggende vallei staan ook op de UNESCO-Werelderfgoedlijst.

 Dag 13,  20 km fietsen/wandelen

De dag begint al goed: als we om half 6 buiten staan horen we dat er geen water en geen stroom is, klein probleempje. Dan maar eerst een bezoek aan de plee. Een nood aggregaat wordt opgestart en dan brand er een klein lampje in de eetkamer. We gaan vroeg op pad richting de gletsjer van de Skhara, de hoogste berg van Georgië maar zien hoe ver we komen. Het dorp is een grote koeienstal, koeien komen van de berg af om te worden gemolken, elke koe kent zijn eigen weg en markeert zijn pad met flinke vlaaien die in de loop van de dag wel weer drogen maar die we nu niet tussen de tenen willen hebben. Het pad loopt ook flink omhoog dus eerst is het weer flink klunen van steen naar steen tussen de verse vlaaien door. Via de 12e eeuwse Lamariakerk, die buiten het dorp op een heuvel staat, fietsen we door een brede vallei naar de gletsjer. Bij het eerste beekje besluiten wij om niet verder het dal in te gaan. Vanaf hier hebben we een prachtig gezicht op de gletsjer De  bergweide is rijk getooid met bloemen, een waar eldorado voor de liefhebber. Ik ga eens rustig rondkijken wat hier allemaal staat. Veel soorten hebben wij in de tuin, bv. ridderspoor, Zeeuwse knoop, inulla, gentiaan en nog veel meer. Naarmate de zon rijst, worden de kleuren op de berg steeds mooier, bloemen openen zich en insecten komen tot leven en ook de temperatuur begint weer aardig op te lopen. Ook het dagelijkse leven komt hier op gang, mensen te voet en te paard die hun hooilandje gaan opzoeken getuige de gereedschappen die ze bij zich hebben. Sommige paarden worden angstig als ze ons en onze fietsen in het vizier krijgen. Tegen de middag gaan we rustig terug richting Ushguli, ik dwaal even door het dorp en als iedereen terug is wordt er gezamenlijk geluncht. Achter in de middag gaan we de Lamariakerk bezoeken, een prachtig kerkje met mooie muurschilderingen. Daarna geeft Manana ons nog een rondleiding door de oude stad, klimmen we een berg op naar een oude toren en hebben mooi uitzicht over het dorp en ons gasthuis.

 Dag 14,  Lentheki  75 km: 450 m stijgen en 750 m dalen

Na een rumoerig nachtje ( er heerst een virusje in de groep) gaat Cor ziek de bus in hij voelt zich niet fit om te fietsen. De fietstocht vandaag begint met de laatste klim naar een pas van 2600 m.  Eerst moeten we het koeienstal dorp weer uitklauteren tot aan de weg is het slalommen rond de koeienvlaaien Vandaar kunnen we naar het noorden nog een laatste blik werpen op de bergreuzen van het grensgebied met Rusland. Achter de heuvels verscholen ligt de lbrus, de hoogste berg van Europa. Daarna volgt een spectaculaire afdaling naar het dal van de Tskhenistskali rivier. De afdaling is steil en gaat over de grootste keien die we tot nu toe hebben gehad. De natuur is overweldigend mooi, zoiets zien we waarschijnlijk nooit meer. Cor is het gehobbel helemaal zat, voelt zich ook weer iets fitter en stapt weer op de fiets. Ik ga voor de veiligheid de bus in alhoewel over dit pad weet ik niet of het echt wel zo veilig is, wij zouden er niet aan denken om hier met een auto of wat dan ook te gaan rijden. De buschauffeur  toont hier zijn kunsten en krijgt een welverdiend applaus als hij de bus heelhuids beneden heeft gebracht,  die is nu wel aan sigaretje toe. Onderweg wordt meerdere malen gestopt en wordt ik zowat uit de bus gesleurd door Pol want: dit moet je echt filmen, wat enthiausiast is hij toch het is ook werkelijk een sprookje. Als het pad weer iets vlakker wordt stap ik ook weer op de fiets, ik moet toch ook nog even van dit moois op de fiets genieten. Ondanks de hitte kunnen we vandaag aardig doorfietsen. Laat  in de middag arriveren we in Lentheki, onze eindbestemming vandaag  gelegen in de Lage Svaneti. We drinken wat en moeten dan naar een ander huis om te slapen, eten doen we gezamenlijk. Wij komen met 5 man in een ander huis bij heel lieve mensen. Er wordt meteen een tafeltje gedekt op de veranda met cake en katjapoura, en schaal pruimen en zelfs een flesje wodka ontbreekt niet, veel te veel want over een uur gaan we in het andere huis eten. Cor gaat niet mee om te eten, hij voelt zich nog niet helemaal lekker. Er wordt koele cola voor hem gehaald en met een boek kruipt hij in de hangmat. Aangekomen in het andere huis staat de tafel al weer afgeladen op ons te wachten.  Tijdens het eten valt ook hier de stroom uit en worden er kaarsen op tafel gezet. Na het eten lopen we moe maar voldaan even door het dorp en kijken wat daar zoal rondhangt, vooral veel jeugd, jongens en meisjes staan gescheiden van elkaar in afwachting tot de stroom weer opgang komt en zij weer van de muziek kunnen genieten. In de straat van ons gasthuis maken we een praatje voor zover dat gaat met de buurman die voor zijn huis de koe te eten geeft. Onze gastvrouw zit op een bankje tegenover het huis en staat meteen op als wij de poort ingaan, zij beduidt dat Cor moet eten? Wij proberen haar te vertellen wat er aan de hand is, zij begrijpt het meteen en heeft de oplossing: mastina eten,= een soort yoghurt, en een borrel drinken, dat is het minst erge, als ze echter ook nog met een bos gedroogde kruiden aan komt zetten wordt het een beetje teveel van het goede, dat hoeft allemaal niet. Haar middeltje werkt wel, als dank krijgt ze beesies en is als een kind zo blij.

 Dag 15, 90 km   Kutaisi

Ook Vandaag is het weer om 5 uur opstaan voor de laatste fietsdag. Op de veranda is de tafel gedekt voor het ontbijt,als je ziet wat er opstaat zou je denken dat we aan het avondmaal gaan beginnen. Hoewel het voor ons niet het juiste tijdstip is staat ook het flesje wodka weer op tafel. Na het ontbijt nemen we hartelijk afscheid van onze lieve gastvrouw, krijgen een tas pruimen mee en het flesje wodka, lekker in de bidon hahaha. Tot aan Stageri dalen we geleidelijk af door een kloofdal over een heerlijke asfaltweg. Dan weet Pol een andere weg, die gaat meteen tegen de berg op en blijkt langer te klimmen dan hij had ingeschat, het laatste stuk stap ik even in de bus. Op de pas hebben we een koffiestop en dan rest ons de afdaling. Helaas zijn we weer op de keien beland dus wordt het niet bepaald een feestje, ook hier ga ik weer stukken lopen als het steil naar beneden is, ik ga niet als een soort steenbok over de keien denderen dat vind ik doodeng. Al snel is het weer erg warm. We rijden weer door een mooie kloof, na 65 km en het grootste gedeelte over de keien houd ik het voor gezien en ga de bus in. Onderweg hebben fietsers een duik genomen in de rivier. Er waren vandaag 2 valpartijen, jammer op de laatste fietsdag. In de verte ligt Kutaisi het eindpunt van onze fietstocht. Voor we in het gasthuis zijn moet er nog een steile helling worden genomen, heerlijk om dat in de bus te doen. Moe maar voldaan bereiken we het eindpunt, het was een zware maar o zo mooie toer.

 Dag 16

In de ochtend rijden we per bus in ca 4 uur naar Tbilisi terug. Onderweg kunnen we de stad Mtskheta bezoeken, waar de belangrijkste kathedraal van het land ligt: de 11e eeuwse Svetitskhoveli kathedraal. We krijgen een half uur om de mooie kathedraal te bezoeken. Terug in Tbilisi gaan we eerst de fietsen inpakken die gaan dan meteen de vrachtwagen weer in. Dan hebben we nog een klein uurtje voor we de stad ingaan en een terras opzoeken, sluiten de reis af met een heerlijke maaltijd op hetzelfde terras als vorige keer. Na het eten lopen we naar het hotel en gaan nog een paar uur van onze mooie kamer genieten. Om kwart voor een moeten we uitbed en om half twee gaan we richting vliegveld voor de thuisreis. We kunnen weer terugkijken naar een zware maar fantaschtische tocht, een ware expeditie.